This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
3.2: Het bestuur van de stadstaat
Slide 1 - Slide
Deze les:
Herhaling 3.1
Huiswerk 3.1 bespreken
Uitleg P3.2: Het bestuur van de stadstaat
Aan de slag met het lezen van de theorie en maken van de opdrachten
Slide 2 - Slide
Aan het einde van de les ...
kun je uitleggen hoe de Grieken zichzelf besturen
... kun je uitleggen wat monarchie betekend
... kun je uitleggen wat aristocratie betekend
....kun je uitleggen wat de kenmerken zijn van een tiran
...kun je uitleggen wat democartie betekend
Slide 3 - Slide
Wat is een stadstaat
A
een zelfstandige dorp dat zijn eigen regels bedenkt
B
Een zelfstandige stad
C
met het landbouwgebied eromheen
Slide 4 - Quiz
Wat is een kolonie?
A
gebieden van een Griekse stadstaat buiten Griekenland
B
Gebieden van een Griekse stadstaat
C
Een gebied van een Griekse stadstaat binnen Griekenland
Slide 5 - Quiz
Welke samenleving hoort bij de Grieken?
A
Landbouw stedelijke samenleving
B
Landbouwsamenleving
C
Industriële samenleving
D
Jagen en verzamelen
Slide 6 - Quiz
3.2: Het bestuur van de stadstaat
In deze paragraaf leer je:
Hoe onderdanen werden bestuurd in een monarchie en een aristocratie
Kenmerken van het bestuur van een tiran
Hoe atheense burgers zichzelf bestuurden
Slide 7 - Slide
Vragen huiswerk?
Slide 8 - Slide
Bestuurders en onderdanen
De Griekse stadstaten waren onafhankelijk, de Grieken bestuurden en beslisten over zichzelf
De meeste stadstaten waren tot de 8e eeuw v.chr (-800/-700) een monarchie: een staat met een vorst (koning) met erfopvolging. De koningen regeerden alleen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Bestuurders en onderdanen
Groot grondbezitters (rijke onderdanen) met aanzien namen de macht over in de 8e eeuw v.chr.
Dit waren edelen die het niet eens waren met de monarchie. Aristocratie: een regering met een groep aanzienlijke mensen
Slide 11 - Slide
Goede en slechte tirannen
Soms slaagde één van de edelen erin doormiddel van geweld alle macht naar zich toe te trekken.
Zo iemand, die op een onwettige manier de alleenheerschappij krijgt heette een tiran.
Slide 12 - Slide
Democratie
Een nieuwe manier van besturen werd bedacht. Dingen die te maken hebben met bestuur noemen we Politiek.
Democratie: het systeem waarbij het volk (deel) beslist
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Democratie
De macht kwam te liggen bij vrije volwassen mannen, inwoners van een stadstaat.
Burgers: inwoners met bepaalde rechten zoals het bezitten van land, recht van spreken en stemmen bij een volksvergadering.
Slide 15 - Slide
Waarom lijkt de Griekse democratie niet op onze huidige democratie?
Slide 16 - Open question
Aan de slag
Lees de eerste de theorie van paragraaf 3.2 (theoretisch overzicht)