3.2 - A - Het leven in een Griekse stadstaat


3.2 - Het leven in een
Griekse stadstaat
1 / 10
next
Slide 1: Slide
E.vandendop@noordik.nlMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


3.2 - Het leven in een
Griekse stadstaat

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe onderdanen werden bestuurd in een monarchie en in een aristocratie. 

  • Je kunt kenmerken benoemen van het bestuur van een tiran en democratie. 

Slide 2 - Slide

Planning
  • Politiek
  • Monarchie
  • Aristocratie
  • Tirannie
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide


Politiek

  • In de agora werd veel gesproken over politiek: de manier waarop de stadstaat werd bestuurd.
  • Het woord politiek is dan ook afgeleid van het woordje polis. 
  • De stadstaten waren politiek onafhankelijk van elkaar en namen de beslissingen over hun bestuur zelf.  

Slide 4 - Slide

Monarchie
  • Athene werd ooit bestuurd door een koning: koning Kodros. 

  • Je noemt dat een monarchie: het volk wordt bestuurd door een erfelijke koning.

  • De koning wordt bijgestaan door een raad ouderlingen. 

  • Maar er ontstaat verzet tegen de koning. 

Slide 5 - Slide



Aristocratie


  • Een groep grootgrondbezitters besloot de macht over te nemen. 
  • Je noemt dit een aristocratie: een groep mensen met veel macht en aanzien bestuurt het gebied of de stadstaat. 
  • Bij een aristocratie gaat het om je afkomst. Je komt uit een adellijke familie. 

Slide 6 - Slide


Tirannie

  • Soms grijpt één van die edelen alle macht. Hij wordt een alleenheerser. Je noemt dat een tirannie. 
  • Pisistratos, greep de macht, hij verbeterde de rechtspraak en introduceerde de rechters. Kleine boeren kregen bescherming. 
  • Een tiran betekende dus niet altijd dat er wreed en slecht geregeerd werd. Hij was wel een alleenheerser, nam alleen de beslissingen. 

Slide 7 - Slide


Democratie

  • Bedacht door Clisthenes in Athene
  • Macht in handen van vrije, volwassen mannen. Alleen voor burgers, zij die waren geboren in de stadstaat. 
  • Systeem waarbij het volk beslist, een volksvergadering. 
  • Kwamen 40 keer per jaar bijeen en maakten alle beslissingen in de stadstaat.
  • Konden ook leiders ontstaan, zoals Pericles.

Slide 8 - Slide

Zelfstandig werken
  • We lezen gezamenlijk paragraaf 3.2. 

  • Maak opdracht 3

  • We gaan de antwoorden bespreken. 

  • Ben je klaar? Dan mag je opdracht 6 en 7 maken van de herhaling op pagina 83. Ook klaar? Dan mag je opdracht 2 maken van de verdieping. 

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe onderdanen werden bestuurd in een monarchie en in een aristocratie. 

  • Je kunt kenmerken benoemen van het bestuur van een tiran. 

Slide 10 - Slide