This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wichtig
Lees eerst de antwoorden en streep zoektermen aan
Slide 2 - Slide
Zoektermen
o Namen (eigen namen, bedrijven, merken)
o Plaatsen (landen, steden
o Alles wat je in een getal kunt uitdrukken (de meerderheid, op jonge leeftijd)
o Tijdsaanduidingen (vandaag de dag, in het begin)
o Internationale woorden (politie,racisme)
o Heb je geen van bovenstaande punten, zoek dan op het woord dat jij herkent
Zoektermen
Slide 3 - Slide
Tips
Bij signaalwoorden staan de juiste antwoorden
Slim gokken:
-past het in de grote lijn van de tekst
-staan er woorden in de bewering die het antwoord fout maken
Slide 4 - Slide
Woorden die een antwoord fout maken 90/95%
nur
alleen maar
alles
alles
völlig
volledig
immer
altijd
nie
nooit
Slide 5 - Slide
de vergrotende trap
Woorden die een steigende of dalende lijn aangeven:
mehr
weniger
besser
schlechter
wärmer
kälter
schöner
hässlicher
Slide 6 - Slide
X meer dan Y
Job heeft veel vriendinnen: Marieke, Anne en Fleur. Hoewel ze verschillende eigenschappen bezitten, vindt hij ze allemaal even aardig
a: Job vindt Marike aardiger dan Fleurvanwege haar eigenschappen.
b: Job vindt vanwege de eigenschappen de meiden niet aardig
c: Job heeft veel vriendinnen, ondanks verschillen
Slide 7 - Slide
1 Tijdens de “Hundebadetag” mogen baasjes samen met hun hond in het zwembad zwemmen.
2 Op andere dagen dan de “Hundebadetag” zijn honden uitsluitend op de ligweide toegestaan.
3 De opbrengst van de “Hundebadetag” wordt gebruikt om het zwembad schoon te maken.
4 Alleen honden waarvan kan worden aangetoond dat ze zijn ingeënt mogen aan de “Hundebadetag” deelnemen.
Slide 8 - Slide
Dieser Hund ist eine Wasserratte, die sich in einem richtigen Schwimmbecken austoben darf. Im Stadionbad von Bamberg heißt es zum Sommerende ausnahmsweise: Menschen müssen draußen bleiben. Am Hundebadetag gehört das Wasser allein denen, die es sich sonst nicht
einmal auf der Liegewiese bequem machen dürfen.
1 Tijdens de “Hundebadetag” mogen baasjes samen met hun hond in het zwembad zwemmen.
2 Op andere dagen dan de “Hundebadetag” zijn honden uitsluitend op de ligweide toegestaan.
Slide 9 - Slide
Danach werden die Becken geleert, gereinigt und winterfest gemacht. Highlight: der Wellengang-Simulator1). Setzt er ein, zeigt sich, in welchem Vierbeiner doch ein Angsthase steckt. Auf den Hund gekommen ist das Stadionbad schon vor einigen Jahren. Dieses Jahr findet das Spektakel zugunsten des Tierschutzvereins der Stadt am 19. September statt. Planschen darf allerdings nur, wer seinen Impfausweis dabei hat.
3 De opbrengst van de “Hundebadetag” wordt gebruikt om het zwembad schoon te maken.
4 Alleen honden waarvan kan worden aangetoond dat ze zijn ingeënt mogen aan de “Hundebadetag” deelnemen.
Slide 10 - Slide
Als ik een beweringen vraag tegenkom ga ik...
A
Eerst de alinea lezen waar de vraag over gaat
B
Eerst de vraag lezen dan de alinea waar het over gaan
C
Eerst de vraag en de antwoorden lezen
D
zoektermen markeren in de beweringen
Slide 11 - Quiz
een voorbeeld tijdsaanduiding is...
Slide 12 - Open question
een voorbeeld van iets wat een in een getal kan uitdrukken is...
Slide 13 - Open question
er zijn zoektermen van...
A
tijd
B
plaats
C
internationale woorden
D
woorden die jij herkent
Slide 14 - Quiz
Geef een voorbeeld van een woord wat het antwoord " fout" maakt
Slide 15 - Open question
Ik weet de aanpak van een beweringen vraag
nope, kan niks, weet niks
yep, alleen nog wat oefenen
geen probleem, ik kijk af en toe terug in mijn aantekeningen