Oefenen eindtoets

• Informatievaardigheden
• Basisschool
• Groep 8

Oefenen eindtoets

3 dm2 = ..... m2

bestellen:
Ik heb een pakketje ..........

vinden:
Wat .......... je vriend ervan?

Maak er een percentage van:
3/5 = .....%

Wat voor woord is:
jouw ?

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. vragend voornaamwoord
4. voegwoord

Maak er een percentage van:
3/8 = .....%

Een weiland is 110 m lang en 60 m breed.
Wat is de oppervlakte?

1. 660 m
2. 6600 m2
3. 340 m2
4. 340 m

Wat is 80% van 20?

vinden:
Wat .......... je hier nu van?

Rond af op honderdsten:
3,07614

Maak er een percentage van:
3/20 = .....%

vervelen:
Mijn broer .......... zich

Maak er een bijvoeglijk naamwoord van:
een (techniek).... probleem

Een trui is 10% goedkoper. Hij kost nu €36,-
Wat is de oorspronkelijke prijs?

1. €90,-
2. €3,60
3. €40,-
4. €39,60

vertalen:
De .......... boeken zijn opnieuw uitgegeven.

Rond af op duizendsten:
14,998713

Mijn tuin is 10 m lang en 6 m breed.
Wat is de omtrek?

1. 60 m
2. 60 m2
3. 32 m
4. 16 m

Voor zijn verjaardag heb ik hem een mooi cadeau gegeven.
Wat is het meewerkend voorwerp?

Wat is het kleinste getal?

1. 3/4
2. 2/3
3. 3/8
4. 2/5

Maak er een decimaal getal van:
7/8

Maak er een bijvoeglijk naamwoord van:
(België).... mayonaise

Ik koop een fiets voor €80,- en ik verkoop hem met 50% winst. Wat kost de fiets nu?

1. €40,-
2. €130,-
3. €30,-
4. €120,-

Maak er een decimaal getal van:
4/5

0,5 km = ..... m

Voor zijn verjaardag heb ik hem een mooi cadeau gegeven.
Wat is het lijdend voorwerp?

Wat voor woord is:
door ?

1. aanwijzend voornaamwoord
2. voorzetsel
3. voegwoord
4. vragend voornaamwoord

Maak er een bijvoeglijk naamwoord van:
De (Rusland).... president