Levensloop hst 1_les3_4V

Levensloop les3_4V
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Levensloop les3_4V

Slide 1 - Slide

Agenda les
  • Herhalen leerdoelen vorige les
  • Leerdoelen deze les
  • Uitleg par 1.3
  • Zelf aan de slag
  • Huiswerk 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen vorige les
  • Je kunt het begrip opofferingskosten in eigen woorden omschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat opofferingskosten zijn en deze bij een keuzeprobleem bepalen.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen deze les (par 1.3)
  • Je kunt de begrippen budget, budgetvergelijking, budgetlijn, nominaal en reële waarde en koopkracht in eigen woorden omschrijven.
  • Je kunt een budgetlijn interpreteren en tekenen.
  • Je kunt onderscheid maken tussen nominale en reële waarde en het verband uitleggen en hoe je koopkracht bepaald. 

Slide 4 - Slide

Voorbeeld budgetlijn
Algemene formule budgetlijn:

Budget = P₁ x q₁ + P₂ x q₂

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Opofferingskosten bij budgetlijn
1 fles drinken kost €3
1 zak chips kost € 1,50

Slide 7 - Slide

Verschuiving 1
Door budgetverandering:
  • Budget wordt hoger
  • Stel dat je in plaats van € 45 opeens € 54 tot je beschikking hebt.
  • Dan kun je maximaal 18 flessen drinken of 36 zakken chips kopen.

Budgetlijn verschuift evenwijdig

Slide 8 - Slide

Verschuiving 2
De Prijs verandert:
  • Stel dat de prijs van een zak chips verhoogt wordt van € 1,50 naar € 1,80.
  • Dan kun je met een budget van € 45 nog maar 25 zakken chips kopen.
  • Wanneer je al je geld uitgeeft aan drinken, verandert er niets.

De helling van budgetlijn verandert.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

1.3.1 Koopkracht van het budget
Het nominale budget: is het budget in euro's.
Het reële budget : ook wel de koopkracht van het budget genoemd, is de hoeveelheid goederen en diensten die je voor het nominale budget kan kopen.
  • RIC= (NIC/PIC)x 100
Dus..de koopkracht van een vast nominaal budget kan veranderen als de prijzen veranderen.

Slide 11 - Slide

Zelf aan de slag/ huiswerk
  • Lees par 1.3 en arceer of onderstreep de belangrijke begrippen.
  • Maak opdrachten af t/m 1.15

Slide 12 - Slide