Hoofdstuk 8.1: Verbranding

Hoofdstuk 8.1: Ademhaling
1 / 32
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 8.1: Ademhaling

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Deze les leer je:
Dat verbranding zuurstof nodig heeft en koolstofdioxide maakt.

Hoe je met een indicator kunt laten zien dat er koolstofdioxide is.

Slide 3 - Slide

Verbranding 
Wat is verbranding?​

  • Een proces waarbij stoffen in andere stoffen worden omgezet, en er komt energie vrij. ​

Wat is er nodig bij een verbrandingsproces?​
  • Zuurstof ​
  • Brandstof 




Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Brandstoffen ​
Als er een kaar brandt, verbrandt er kaarsvet.​
  • Kaarsvet is een brandstof.


Andere brandstoffen: ​
  • Hout. ​
  • Benzine. ​
  • Olie. ​
  • Glucose. ​






Slide 6 - Slide

Energie​
Bij een brandende kaars ontstaat er licht en warmte. ​

Dit zijn vormen van energie. ​

Bij verbranding komt altijd energie en afvalstoffen vrij. ​
Afvalstoffen zijn water en koolstofdioxide



Slide 7 - Slide

Een indicator​
Koolstofdioxide kun je aantonen met helder kalkwater.

  • Helder kalkwater wordt troebel als er koolstofdioxide bij komt. ​
  • Helder kalkwater is een indicator voor koolstofdioxide. ​

Wat is een indicator?​
  • Een indicator is een stof waarmee je een andere stof aantoont. ​




Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Zijn er nog vragen?

Slide 10 - Slide

Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen planten
B
Alleen dieren
C
Planten en dieren
D
Alle organismen (levende wezens)

Slide 11 - Quiz

Wordt bij verbranding energie verbruikt?




Wordt bij verbranding energie verbruikt?




Wordt bij verbranding energie verbruikt?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

bij verbranding
A
verbruik je energie
B
krijg je energie
C
kost energie
D
kom energie vrij

Slide 13 - Quiz

Je lichaam maakt energie met de verbranding in cellen. Wat is verbranding?
A
zuurstof + koolstofdioxide --> energie + glucose
B
glucose + zuurstof --> energie + koolstofdioxide + water
C
water + glucose --> energie + zuurstof + koolstofdioxide

Slide 14 - Quiz

Zuurstof is nodig voor
A
Vertering
B
Verbranding
C
Ademhaling

Slide 15 - Quiz

Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof = koolstofdioxide + water
B
koolstofdioxide + water = glucose + zuurstof
C
koolstofdioxide + glucose = zuurstof + water
D
glucose + water = koolstofdioxide + zuurstof

Slide 16 - Quiz

Kaarsvet van de kaars is ..... ?
A
Glucose
B
Brandstof
C
Zuurstof
D
Koolstofdioxide

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurt er als er geen zuurstof meer is?
A
Dan kan er geen verbranding plaatsvinden
B
Dan vind er veel verbranding plaats
C
Dan komt er meer zuurstof in de lucht
D
Dan maak je meer energie

Slide 18 - Quiz

Voor verbranding is zuurstof nodig.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Als een kaars brand, verdwijnt het kaarsvet. Kaarsvet is een .....
A
Koorstofdioxide
B
brandstof
C
Co2
D
orgaanstelsel

Slide 20 - Quiz

Kalkwater in een .... voor koolstofdioxide
A
Aantoner
B
Indicator
C
Middel
D
PH

Slide 21 - Quiz

Wat kan je met kalkwater aantonen?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide

Slide 22 - Quiz

Wat heb je nodig voor de verbranding en wat komt vrij bij verbranding?
A
Nodig: Water Komt vrij: energie
B
Nodig: zuurstof Komt vrij: energie
C
Nodig: Brandstof Komt vrij: Zuurstof
D
Nodig: koolstofdioxide Komt vrij: energie

Slide 23 - Quiz

Wat kan er NIET
plaatsvinden zonder zuurstof
A
verbranding
B
ademhaling
C
hoesten
D
warmte

Slide 24 - Quiz

Bij verbranding...
A
verbruik je energie
B
krijg je energie
C
kost energie
D
kom energie vrij

Slide 25 - Quiz

Is helder kalkwater een indicator voor zuurstof?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Als er meer verbranding is
A
heb je meer zuurstof en koolstofdioxide nodig
B
heb je meer zuurstof en water nodig
C
heb je meer zuurstof en brandstof nodig
D
heb je meer koolstofdioxide en brandstof nodig

Slide 27 - Quiz

Bij de verbranding is koolstofdioxide een afvalproduct.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Kaarsvet is een brandstof.
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

Je lichaam maakt energie met de verbranding in cellen. Wat is verbranding?
A
zuurstof + koolstofdioxide --> energie + glucose
B
glucose + zuurstof --> energie + koolstofdioxide + water
C
water + glucose --> energie + zuurstof + koolstofdioxide

Slide 30 - Quiz

Wat heb je nodig voor de verbranding en wat komt vrij bij verbranding?
A
Nodig: Water Komt vrij: energie
B
Nodig: zuurstof Komt vrij: energie
C
Nodig: Brandstof Komt vrij: Zuurstof
D
Nodig: koolstofdioxide Komt vrij: energie

Slide 31 - Quiz

Aan de slag met je leerdoelen! Lees en maak de opdrachten die bij deze module horen. Je vindt alles in de Learning-Portal.

Slide 32 - Slide