5H Thema 1 Bs 1 Chemie in cellen

H5 - T1: Metabolisme - BS1 Chemie in cellen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5 - T1: Metabolisme - BS1 Chemie in cellen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat stofwisseling, assimilatie en dissimilatie zijn en wat er bij deze reacties gebeurt. 

Slide 3 - Slide

begrippen bs 1
stofwisseling 
metabolisme
chemische energie
assimilatie
dissimilatie
koolstofassimilatie 
fotosynthese 
voortgezette assimilatie
ATP =
adenosinetrifosfaat
ADP =
adenosinedifosfaat

Slide 4 - Slide

metabolisme = stofwisseling
Het geheel van chemische omzettingsprocessen in een cel

Slide 5 - Slide

welke chemische processen in de cel kennen we?

Slide 6 - Slide

welke chemische processen in de cel kennen we?

bs1: assimilatie en dissimilatie

Slide 7 - Slide

centraal staat het molecuul glucose

Slide 8 - Slide

centraal staat het molecuul glucose
assimilatie = het aan elkaar koppelen van de atomen tot het molecuul

Slide 9 - Slide

centraal staat het molecuul glucose
assimilatie = het aan elkaar koppelen van de atomen tot het molecuul -> kost energie: energie wordt opgeslagen

Slide 10 - Slide

centraal staat het molecuul glucose
koolstofassimilatie = het aan elkaar koppelen van de koolstofdioxide en water atomen tot het molecuul glucose

Slide 11 - Slide

centraal staat het molecuul glucose
dissimilatie = los koppelen van de atomen van het molecuul 



Slide 12 - Slide

centraal staat het molecuul glucose
dissimilatie =  los koppelen van de atomen van het molecuul -> verbranding: energie komt vrij



Slide 13 - Slide

assimilatie en dissimilatie
assimilatie = aan elkaar
dissimilatie = distance = los van elkaar

Slide 14 - Slide

assimilatie kan nog een stap verder: 
voortgezette assimilatie

Slide 15 - Slide

voortgezette assimilatie
- zowel autrotrofe als heterotrofe organismen
- het assimilatie product glucose wordt verder verwerkt tot nog grotere moleculen: DNA, vetten, eiwitten, koolhydraten... 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Hoe wordt energie opgeslagen in de cel? 

Slide 20 - Slide

ATP- AdenosineTriPhosphate
in het Nederlands: AdenosineTriFosfaat

Slide 21 - Slide

ATP 
adenosinetrifosfaat




adenosine -> kennen we van DNA
tri -> = drie
fosfaat -> is de gekoppelde groep met energie rijke verbinding

Slide 22 - Slide

ATP
is onze
oplaadbare
batterij

Slide 23 - Slide

als ATP gebruikt
is ontstaat ADP 


adenosine 
di = 2
fosfaat 

Slide 24 - Slide

Chemische energie die ontstaat bij verbranding van glucose moet worden vastgelegd

ATP = energierijk

ADP = energiearm 

Slide 25 - Slide

Welke stoffen zijn anorganisch? en welke zijn anorganisch?
Sleep de moleculen naar de juiste categorie.
anorganische moleculen
organische moleculen
water
glucose
zetmeel
zuurstof
aminozuur
eiwit
CO2
nitraat
DNA
stikstof (N2)
RNA
bladgroen

Slide 26 - Drag question

energie benodigd
energie komt vrij
groter organisch molecuul
kleiner anorganisch molecuul

Slide 27 - Drag question

Dit molecuul is...
A
een aminozuur
B
een vetzuur
C
glucose
D
zetmeel

Slide 28 - Quiz

Welke organismen assimileren?
A
producenten
B
consumenten
C
afvaleters
D
reducenten

Slide 29 - Quiz

Welke organismen dissimileren?
A
producenten
B
consumenten
C
afvaleters
D
reducenten

Slide 30 - Quiz

Welke organismen doen aan voortgezette assimilatie?
A
producenten
B
consumenten
C
afvaleters
D
reducenten

Slide 31 - Quiz

Fotosynthese is een voorbeeld van ...
A
koolstofassimilatie
B
stikstofassimilatie
C
voortgezette assimilatie
D
dissimilatie

Slide 32 - Quiz

De verbranding van glucose is een voorbeeld van...
A
koolstofassimilatie
B
stikstofassimilatie
C
voortgezette assimilatie
D
dissimilatie

Slide 33 - Quiz

In welk celorganel vindt de productie van ATP plaats?
A
ribosoom
B
ER
C
Golgi systeem
D
mitochondrium

Slide 34 - Quiz

Aan de slag 
maak opdracht 1 t/m 10 

lees BS2

Slide 35 - Slide

Assimilatie
Organische stoffen
Grote moleculen (gemaakt door organismen)
Energierijke verbindingen worden gemaakt (kost energie)
Complex van altijd C*, H, O en soms N: C6H12O6




Dissimilatie
Anorganische stoffen
Kleine moleculen (levenloze natuur)
Energierijke verbinden worden verbroken (levert energie)
Simpel: H2O, CO2, CH4, NH3
*C = koolstof; H = waterstof, O = zuurstof want gemaakt van CO2 en H2O

Slide 36 - Slide