VT Ouderenzorg MV p3-4 wk 5 - Psychogeriatrische problemen - dementie, delier, depressie

VT Ouderenzorg




Psychogeriatrische problemen
  • Dementie
  • Delier
  • Depressie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
PathologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

VT Ouderenzorg




Psychogeriatrische problemen
  • Dementie
  • Delier
  • Depressie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Hoofdleerdoel
De student beschrijft wat de oorzaak, de verschijnselen en de behandelingen zijn bij psychogeriatrische problemen.

Subleerdoelen week 5:
De student:
13. Legt in eigen woorden uit wat een depressie is.
14. Legt in eigen woorden uit wat een delier is.
15. Benoemt vijf risicofactoren voor het krijgen van een delier.
16. Benoemt vier uitlokkende factoren voor het krijgen van een delier.
17. Benoemt zes symptomen van een delier.
18. Benoemt drie vragen om een patiënt op delier te screenen.
19. Benoemt vier verschillen tussen een delier en dementie.



Slide 2 - Slide

Oefentoets dementie

Voor nu krijg je een oefentoets uitgedeeld die je op papier mag invullen. Je hebt 10-15 minuten de tijd. 

Vergeet je naam er niet op te zetten. 

Slide 3 - Slide

Vragen
Zijn er nog vragen over de lesstof van vorige weken?

  • Dementie

  • Syndroom van Korsakov

Slide 4 - Slide

Werkvorm: bekend-benieuwd-bewaard
  • in tweetallen
  • je krijgt een papier met een tabel met 3 kolommen

Wat is de bedoeling:

  • Schrijf in de kolom "bekend" wat je al weet over depressie en delier
  • Schrijf in de kolom "benieuwd" wat je nog niet weet en wat je graag zou willen weten over depressie en delier
  • De kolom "bewaard" laat je nog leeg, die vul je aan het einde van de les in

Slide 5 - Slide

Depressie
  • stemmingsstoornis die zich kenmerkt door een verlies van levenslust of een zwaar terneergeslagen stemming 
  • minimaal 2 weken één van beide of beide symptomen 

  • ongeveer 20% van de mensen met dementie

Slide 6 - Slide

Depressie
Wanneer een depressie?
Er moeten ten minste vijf symptomen tegelijk aanwezig zijn, bijna elke dag gedurende ten minste twee weken

Symptomen:
  • sombere stemming
  • weinig interesse in activiteiten
  • geen plezier meer beleven
  • te veel of te weinig eten
  • slapeloosheid of te veel slapen
  • vermoeidheid
  • vreemd gedrag
  • buitensporig schuldgevoel
  • gevoel van nutteloosheid

Slide 7 - Slide

Delier
  • Een delier is verwardheid die binnen
     enkele uren tot dagen ontstaat
     
  • Iemand met een delier kan
     opgewonden en onrustig zijn.
     Of juist stil en teruggetrokken.
     
  • Een delier kan ontstaan door een
     ziekte, een operatie, een ongeval of
     medicijnen
     
  • Altijd een lichamelijke oorzaak!



Slide 8 - Slide

Delier
Risicofactoren
  • leeftijd > 70 jaar
  • cognitieve stoornissen
  • visusstoornissen en gehoorstoornissen 
  • stoornissen in ADL
  • gebruik van alcohol en opiaten (pijnstilling)
     
Uitlokkende factoren
  • infectie en koorts 
  • uitdroging
  • gebruik van meerdere medicijnen tegelijkertijd 
  • serum-elektrolytstoornissen (met name natrium en kalium) 




Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Delier en Dementie: verschillen

Slide 12 - Slide

Werkvorm: bekend-benieuwd-bewaard
  • in tweetallen
  • je pakt weer je papier met de tabel erbij

Wat is de bedoeling:

  • Schrijf in de kolom "bewaard" wat je te weten bent gekomen over depressie en delier

Slide 13 - Slide

Zijn zorgvragers met dementie een doelgroep waarmee jij in de toekomst graag zou willen werken?
0100

Slide 14 - Poll

Nog vragen m.b.t. de leerdoelen?
Hoofdleerdoel
De student beschrijft wat de oorzaak, de verschijnselen en de behandelingen zijn bij psychogeriatrische problemen.

Subleerdoelen week 5:
De student:
13. Legt in eigen woorden uit wat een depressie is.
14. Legt in eigen woorden uit wat een delier is.
15. Benoemt vijf risicofactoren voor het krijgen van een delier.
16. Benoemt vier uitlokkende factoren voor het krijgen van een delier.
17. Benoemt zes symptomen van een delier.
18. Benoemt drie vragen om een patiënt op delier te screenen.
19. Benoemt vier verschillen tussen een delier en dementie.



Slide 15 - Slide

Wat weet je nu over delier en depressie?
Berg je papier met de tabel (bekend-benieuwd-bewaard) op.

Ga naar Kahoot.it 
En log in met de volgende pin...

Slide 16 - Slide

Aan de slag
  1. In Teams staat een opdracht voor jullie klaar. Het is een kennisquiz in Forms.  (Zoek op wat je niet weet, je kan de kennisquiz maar één keer maken.)
  2. Ga naar e-Xpertcollege en maak de opgaven van de module Pathologie - Delier
Laat de docent je certificaat zien als je de module hebt afgerond
   3. Opdracht 1 en 2 af en laten zien, dan kan je de voorbereidende vragen over DM krijgen
en maken.
  4. Vragen DM af, laten zien en klaar voor deze les!
Degene die de oefentoets (begin van de les)
wil nabespreken, mag individueel naar mij toe-
komen.....

Slide 17 - Slide

Afsluiting
Doen na de les:
  • opdracht  verder maken/afronden 
  • uitwerken leerdoelen uit de LOEP
  • voorbereiden voor de volgende les door:
      in Expertcolleges de module "Diabetes
        Mellitus" te bestuderen

Maken van de voorbereidende vragen over diabetes. 

Slide 18 - Slide