VT Ouderenzorg MV p3-4 wk 4+5 - Psychogeriatrische problemen - dementie, delier, depressie

• Pathologie
• MBO
• Studiejaar 1

VT Ouderenzorg

Psychogeriatrische problemen

• Dementie
• Delier
  
• Depressie

Leerdoelen

Hoofdleerdoel

De student beschrijft wat de oorzaak, de verschijnselen en de behandelingen zijn bij psychogeriatrische problemen.

Subleerdoelen week 4 + 5:

De student:

10. Legt in eigen woorden uit hoe de diagnose van dementie kan worden gesteld.

11. Legt in eigen woorden uit waar de behandeling bij dementie uit bestaat .

12. Legt in eigen woorden uit wat Korsakov is en wat het verschil hiervan is met andere vormen van dementie.

13. Legt in eigen woorden uit wat een depressie is.

14. Legt in eigen woorden uit wat een delier is.

15. Benoemt vijf risicofactoren voor het krijgen van een delier.

16. Benoemt vier uitlokkende factoren voor het krijgen van een delier.

17. Benoemt zes symptomen van een delier.

18. Benoemt drie vragen om een patiënt op delier te screenen.

19. Benoemt vier verschillen tussen een delier en dementie.

Vorige les

Wat weet je nog over de lesstof van de vorige les?

--> 8 quizvragen

Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden

Wat is de oorzaak van lewy-body dementie?

1. verstoorde bloedvoorziening in de hersenen
2. abnormale eiwitaanslag in de hersenen
3. afsterven van hersencellen door genetische oorzaak
4. eiwitaanslag in combinatie met atrofie in de hersenen

Wat is de oorzaak van frontotemporale dementie?

1. verstoorde bloedvoorziening in de hersenen
2. abnormale eiwitaanslag in de hersenen
3. afsterven van hersencellen door genetische oorzaak
4. eiwitaanslag in combinatie met atrofie in de hersenen

Wat is een van de eerste verschijnselen bij vasculaire dementie?

1. geheugenverlies
2. verstoord gedrag en verandering persoonlijkheid
3. aandachtsstoornissen
4. dit verschilt per persoon / is niet te zeggen

Wat is een van de eerste verschijnselen bij de ziekte van Alzheimer?

1. geheugenverlies
2. verstoord gedrag en verandering persoonlijkheid
3. aandachtsstoornissen
4. dit verschilt per persoon / is niet te zeggen

Hoe verloopt het ziekteproces bij de vasculaire dementie?

1. geleidelijke achteruitgang
2. trapsgewijze achteruitgang
3. de situatie blijft gelijk/stabiel

Stelling: Mensen met frontotemporale dementie hebben vaak nog wel ziekte inzicht

1. waar
2. niet waar

Bij welke vorm van dementie is een van de mogelijke verschijnselen: loopstoornissen net als bij Parkinson?

1. Alzheimer
2. Frontotemporale dementie
3. Vasculaire dementie
4. Lewy body dementie

Hoe heet het verschijnsel waarbij iemand personen, voorwerpen of geuren niet meer herkent?

1. Afasie
2. Apraxie
3. Agnosie
4. Decorumverlies

Diagnose

• Anamnese en heteroanamnese
  
• MMSE
  
• neurologisch en neuropsychologisch
   onderzoek
• MRI scan
  

Behandeling dementie

• (Nog) niet te genezen
• Achteruitgang en symptomen remmen
• Zorgverleners:

• Verzorgende
• Verpleegkundige
• Arts
• Fysiotherapeut
• Ergotherapeut
• Logopedist

• Psycholoog
• Geriater
• Gastvrouw/Gastheer
• Muziektherapeut
• Activiteitenbegeleider
• Zorgcoördinator

• Psycholoog
• Voedingsassistent
• Vrijwilliger
• Podotherapeut

Syndroom van Korsakov

Verschijnselen

• Geheugenverlies
  
• Moeite met tijd en plaats
  
• Moeite met personen herkennen
  
• Confabuleren (eerlijk liegen)
  

• Problemen met lopen en evenwicht
• Tot niets komen (apathie)
  
• Agressief of wantrouwend gedrag

Syndroom van Korsakov

Wat is het verschil met dementie?

Werkvorm: bekend-benieuwd-bewaard

• in tweetallen
• je krijgt een papier met een tabel met 3 kolommen

Wat is de bedoeling:

• Schrijf in de kolom "bekend" wat je al weet over depressie en delier
• Schrijf in de kolom "benieuwd" wat je nog niet weet en wat je graag zou willen weten over depressie en delier
• De kolom "bewaard" laat je nog leeg, die vul je aan het einde van de les in

Depressie

• stemmingsstoornis die zich kenmerkt door een verlies van levenslust of een zwaar terneergeslagen stemming 
• minimaal 2 weken één van beide of beide symptomen 

• ongeveer 20% van de mensen met dementie

Depressie

Wanneer een depressie?

Er moeten ten minste vijf symptomen tegelijk aanwezig zijn, bijna elke dag gedurende ten minste twee weken

Symptomen:

• sombere stemming
  
• weinig interesse in activiteiten
  
• geen plezier meer beleven
  
• te veel of te weinig eten
  
• slapeloosheid of te veel slapen
  
• vermoeidheid
  
• vreemd gedrag
  
• buitensporig schuldgevoel
  
• gevoel van nutteloosheid

Delier

• Een delier is verwardheid die binnen
   enkele uren tot dagen ontstaat
   
• Iemand met een delier kan
   opgewonden en onrustig zijn.
   Of juist stil en teruggetrokken.
   
• Een delier kan ontstaan door een
   ziekte, een operatie, een ongeval of
   medicijnen
   
• Altijd een lichamelijke oorzaak!

Delier

Risicofactoren

• leeftijd > 70 jaar
  
• cognitieve stoornissen
  
• visusstoornissen en gehoorstoornissen 
• stoornissen in ADL
  
• gebruik van alcohol en opiaten (pijnstilling)
   

Uitlokkende factoren

• infectie en koorts 
• uitdroging
• gebruik van meerdere medicijnen tegelijkertijd 
• serum-elektrolytstoornissen (met name natrium en kalium) 

Delier en Dementie: verschillen

Werkvorm: bekend-benieuwd-bewaard

• in tweetallen
• je pakt weer je papier met de tabel erbij

Wat is de bedoeling:

• Schrijf in de kolom "bewaard" wat je te weten bent gekomen over depressie en delier

Quiz

Berg je papier met de tabel (bekend-benieuwd-bewaard) op.

Er volgen nu een aantal quizvragen over delier en depressie.

Let op: je hebt beperkt de tijd om elke quizvraag te beantwoorden

Een depressie is een...

1. psychische stoornis
2. stemmingsstoornis

Hoeveel symptomen moeten er ten minste tegelijk aanwezig zijn, wil je het een depressie noemen?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Wat is GEEN symptoom van een depressie?

1. verlies van interesse
2. veel dromen
3. slaapproblemen
4. vreemd gedrag

De oorzaak van een delier is...

1. altijd lichamelijk
2. altijd geestelijk
3. soms lichamelijk en soms geestelijk

Wat is de duur van een delier?

1. uren tot dagen
2. meerdere maanden
3. meerdere jaren

Hoe is het verloop bij een delier?

1. Langdurig progressief
2. Symptomen fluctueren, vaak toename in de avond en nacht
3. Dagschommelingen, vaak 's ochtends meer klachten dan s avonds

Zijn zorgvragers met dementie een doelgroep waarmee jij in de toekomst graag zou willen werken?

0100

Nog vragen m.b.t. de leerdoelen?

Hoofdleerdoel

De student beschrijft wat de oorzaak, de verschijnselen en de behandelingen zijn bij psychogeriatrische problemen.

Subleerdoelen week 5:

De student:

13. Legt in eigen woorden uit wat een depressie is.

14. Legt in eigen woorden uit wat een delier is.

15. Benoemt vijf risicofactoren voor het krijgen van een delier.

16. Benoemt vier uitlokkende factoren voor het krijgen van een delier.

17. Benoemt zes symptomen van een delier.

18. Benoemt drie vragen om een patiënt op delier te screenen.

19. Benoemt vier verschillen tussen een delier en dementie.

Opdracht

• In Teams staat een opdracht voor jullie klaar. Het is een kennisquiz in  Forms.
  
• Weet je het antwoord op een vraag niet, zoek deze dan op in je aantekeningen of Traject. 
• Let op: je kan de kennisquiz maar één keer maken.

Klaar met de opdracht in Forms?

•  Ga naar Traject en maak de opgaven van de
     module Pathologie - Delier (Verpleeg- verzorgingshuizen, thuiszorg 1 - Thema 3, hoofdstuk 12)

Afsluiting

Doen na de les:

• opdracht  verder maken/afronden 
• uitwerken leerdoelen uit de LOEP
• voorbereiden voor de volgende les door:
    in Traject digiboek Verpleeg-       verzorgingshuizen, thuiszorg 1 - Thema 6   hoofdstuk 17 te lezen