Blok 2 week 3 deel 1 spritskoeken


Spritsen
1 / 44
next
Slide 1: Slide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson


Spritsen

Slide 1 - Slide

Wat heb je vorige week gemaakt?

Slide 2 - Slide

lesdoelen
Je weet welke drie soorten boterdeeg er zijn
Je kan een boterdeeg maken
Je kan spritsen spuiten met een spuitzak

Slide 3 - Slide

theorie boterdeeg
De hoofdingredienten van boterdeeg zijn:




              Boter                                Bloem                                 Suiker

Slide 4 - Slide

theorie boterdeeg
De hulpgrondstoffen van boterdeeg zijn:




Citroenrasp               Vanille                       Cacao                    Kaneel

Slide 5 - Slide

theorie boterdeeg

Slide 6 - Slide

De hoofdgrondstoffen van boterdeeg zijn altijd boter, bloem en suiker
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Hulpstoffen van boterdeeg zijn altijd citroenrasp, vanille of cacaopoeder
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Met boterdeeg kan je alleen koekjes maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Boterdeeg wordt in de broodbakkerij gebruikt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

vaktaal
Boterdeeg
Wrijfdeeg
Vetstof
Homogeen
Prepareer

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

voorbereiding
1. Keuken hygienisch schoon maken
2. Materialen verzamelen
2. Ingreidenten verzamelen

Slide 13 - Slide

Voorbereiding koken
1. Handen wassen 20 sec.
2. Koksbuis aantrekken
3. Haarnetje op
4. Emmer met sop 
5. Werkbank schoonmaken

Slide 14 - Slide

emmer sop
1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Slide 15 - Slide

materialen
Krabber
Spuitzak
Spuitmondje
Bolzeef
Bakplaat
Bakpapier

Slide 16 - Slide

Ingredienten
150 gram patentbloem
125 gram cremeboter
65 gram basterdsuiker
15 gram ei
5 gram citroenrasp

Slide 17 - Slide

uitvoeren
je gaat nu de spritskoeken maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Slide 18 - Slide

Stap 1
Weeg de grondstoffen af

Maak een kring van basterdsuiker en citroenrasp

Doe het ei in de basterdsuiker

Slide 19 - Slide

Stap 2
Verdeel de bloem in 3 delen

Slide 20 - Slide

Stap 3
Wrijf de vetstof zacht 
--> draaiende beweging

--> wit van kleur

Slide 21 - Slide

Stap 4
Meng de basterdsuiker, ei en citroenrasp tot een homogeen mengsel

Slide 22 - Slide

Stap 5
Meng de suiker met de vetstof

Slide 23 - Slide

Stap 6
Wrijf tot een homogeen luchtig mengsel

Slide 24 - Slide

Stap 7
Wrijf het eerste deel van de bloem door het mengsel

Slide 25 - Slide

Stap 8
Wrijf het tweede deel van de bloem door het mengsel

Slide 26 - Slide

Stap 9
Wrijf het laatste deel van de bloem door het mengsel

Slide 27 - Slide

Stap 10
Het wrijfdeeg is klaar om in de spuitzak te doen

Slide 28 - Slide

Stap 11
Prepareer de spuitzak

Slide 29 - Slide

Stap 12
Doe het wrijfdeeg in de spuitzak

Slide 30 - Slide

Stap 13
Spuit in verband S-spritsen op de bakplaat

Zorg voor ruimte!

Slide 31 - Slide

Stap 14
Zet de S-spritsen in de oven voor 12 minuten

Laat afkoelen op de bakplaat

Slide 32 - Slide

Eet smakelijk!

Slide 33 - Slide

afronden
na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Slide 34 - Slide

stap 1
Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

stap 2
maak je werkblad schoon

Slide 37 - Slide

stap 3
Maak het fornuis schoon

Slide 38 - Slide

stap 4
veeg en/of dweil de vloer. 

Slide 39 - Slide

schoonmaaktaken: 
  • wasbakken 1+2
  • wasbakken 3+4
  • Temperatuur meten
  • werkbank controleren
  • was vouwen
schoonmaaktaken:
  • vloer vegen
  • vloer schrobben
  • vloer trekken
  • kruidenkar
  • tafels schoonmaken

Slide 40 - Slide

Nabespreken
kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 
zijn er ook dingen die je anders zou doen?
antwoord dit op de volgende slides

Slide 41 - Slide

Hoe smaakte het gerecht?
A
lekker
B
niet lekker
C
een beetje lekker
D
ik heb het niet geproefd

Slide 42 - Quiz

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Slide 43 - Open question

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Slide 44 - Open question