Taalcompleet B1 Thema 2.1 en 2.2

• Alfabetisering NT2
• MBO
• Studiejaar 1

welke 2 werkwoorden zie je in deze zin?

Maak een zin met:
willen eten

Maak een zin met:
moeten gaan

Maak een zin met:
komen kijken

Maak een zin met:
Zullen leren

Daan laat zijn hart onderzoeken.

wanneer gebruik je het werkwoord 'laten'?

Wanneer gebruik je het woord 'door' in een zin?

Voorbeeld:

Lisa laat haar gebit nakijken.

Lisa laat haar gebit door de tandarts nakijken.

Maak een zin met:
laten knippen

Maak een zin met:
laten door maken

Maak een zin met:
laten door verrassen

Ik kan advies geven

Waar

Niet waar

Ik kan reageren op adviezen

Waar

Niet waar

Ik kan een tweede werkwoord in een zin gebruiken.

Waar

Niet waar

Ik kan een zin maken met: laten door + tweede werkwoord

Waar

Niet waar

Ik weet hoe ik scannend kan lezen.

Waar

Niet waar

Ik begrijp de blauwe woorden van thema 2.2

Waar

Niet waar

Hoe vond jij deze les?

😒🙁😐🙂😃