Les Havo 4 Groevenbeek Utilisme AAJ

1 / 27
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke volgorde is beter?
A
Normen en waarden
B
Waarden en normen

Slide 5 - Quiz

Ethiek is voor iedereen hetzelfde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Hedonisme en Utilisme zijn vormen van
A
doel ethiek
B
pragmatische ethiek
C
plicht ethiek
D
zuivere ethiek

Slide 9 - Quiz

"Ik ga niet roken, want dan krijg ik 1000 euro van mijn ouders".
A
plichtethiek
B
doelethiek

Slide 10 - Quiz

"Een handeling is juist wanneer je daarbij rekening houdt met de ander"
A
plichtethiek
B
doelethiek

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welk begrip hoort niet bij utilisme
A
meerderheid
B
geluk / genot
C
eigenbelang
D
Bentham

Slide 14 - Quiz

Utilisme heeft oog voor...
A
het individu
B
de vrijheid
C
geluk voor iedereen
D
belang van de meerderheid

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Kant. Welk begrip is niet van toepassing
A
Plicht
B
Immanuel
C
Verlichtingsfilosoof
D
Deugdethiek

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Categorische imperatief is een onderdeel van
A
het utilisme
B
plichtethiek
C
deugdethiek
D
doelethiek

Slide 23 - Quiz

Categorische imperatief betekent
A
handel zo dat kunt willen dat de uitkomst van je handeling een algemene wet wordt
B
principe is onder alle omstandigheden, voor elke situatie, geldig, ongeacht de gevolgen
C
Geen van beide goed
D
Allebei goed

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Welke redenatie hoort bij de categorische imperatief van Kant?
A
Moreel onjuist omdat je de mens nooit als middel mag gebruiken
B
Moreel juist omdat liegen volgens de deugdethiek soms mag

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide