B1B 16-5-2023

HA1E 24-3-2023
Le 16 Mai 2023
Bonjour classe B1B
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

HA1E 24-3-2023
Le 16 Mai 2023
Bonjour classe B1B

Slide 1 - Slide

  1. Wie heeft voetbal bedacht?
     
  2. Op welke volgorde is het voetballen verspreid over de hele wereld? 
Qui a inventé le foot?

Slide 2 - Slide

HA1B/H
La table des matières 
  • L'objectifs
  • Interroger: bron G
  • Corriger: les devoirs
  • En classe: phrases-clés G
  • Répéter: voltooide tijd.
  • La fin!

Slide 3 - Slide

L'objectifs 
  • Aan het einde van de les heb ik geoefend met de zinnetjes van dit hoofdstuk.
      
  • Aan het einde van de les heb ik de grammatica van de voltooide tijd herhaalt.

Slide 4 - Slide

Interroger!
Bron G

Slide 5 - Slide

Corriger!

Exercices 25.c et 26

Slide 6 - Slide

Phrases-clés G
Exercices 27, 28 et 29 

Slide 7 - Slide

Voltooide tijd =

Passé Composé




Ik heb gedanst = J'ai dansé

Slide 8 - Slide

Noem een zin die in de passé composé staat (Nederlands!)

Slide 9 - Mind map

Passé composé bestaat uit:
Nederlands: hebben + voltooid deelwoord
ik heb een appel gegeten
Frans: avoir + voltooid deelwoord
j'ai mangé une pomme

Slide 10 - Slide

Geef de juiste vorm van AVOIR:
Nous…...
A
sommes
B
avons
C
ai
D
ont

Slide 11 - Quiz

Vul weer de juiste vorm van AVOIR in:
Vanessa ...….
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 12 - Quiz

Je hebt dus het rijtje van AVOIR weer nodig! Geef z.s.m. het rijtje van AVOIR weer.

Slide 13 - Open question

Hoe maak je het?

Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -ER, eindigt altijd op " É "

 J'ai parlé (parler = praten)               = Ik heb gepraat 
 On a chanté (chanter = zingen)    = We hebben gezongen                                 

Slide 14 - Slide

Attention!!
Passé composé bestaat ALTIJD uit een hulpwerkwoord ÈN een voltooid deelwoord!!! 

Houd altijd het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord bij elkaar!
Bijvoorbeeld: Ik heb een hamburger gegeten = J'ai mangé un hamburger.

Slide 15 - Slide


Le chien a mangé une glace.
A
De hond eet een ijsje.
B
De hond at een ijsje.
C
De hond heeft een ijsje gegeten.
D
De hond had een hoed op.

Slide 16 - Quiz

Hij heeft gepraat
A
Il a parlé
B
Ils ont parlé
C
Elle a parlé
D
Nous avons parlé

Slide 17 - Quiz

De hond heeft gedanst
A
Le chien a danse
B
Le chien ont dansé
C
Le chien dansé
D
Le chien a dansé

Slide 18 - Quiz

Vertaal:
elles ont dansé

Slide 19 - Open question

Vertaal:
u heeft gewoond (habiter)

Slide 20 - Open question

Je (habiter)

Slide 21 - Open question

tu (commencer)

Slide 22 - Open question

nous (danser)

Slide 23 - Open question

vous (marcher)

Slide 24 - Open question

Vertaal:
jij hebt gegeten (manger)

Slide 25 - Open question

Hoe maak je de passé composé?

Slide 26 - Open question

La fin!
Les devoirs 
Apprendre: bron A jusqu'à G
  • Aan het einde van de les heb ik geoefend met de zinnetjes van dit hoofdstuk.
      
  • Aan het einde van de les heb ik de grammatica van de voltooide tijd herhaalt.

Slide 27 - Slide