6.1 Reactiesnelheid

6.1 - Reactiesnelheid
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

6.1 - Reactiesnelheid
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Slide

FF EERLIJK
Heb jij paragraaf 6.1 gelezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Hoofdstuk 2
  • Neem hst 2 door. 
  • Lees de begrippen, bekijk de plaatjes
  • Noteer je vragen, deze kun je vrijdag in de les stellen.

Bekijk bron 7 blz 34 en bron 5 blz 45 goed, deze zijn belangrijk.
Bekijk bron 5 blz 41, snap je dit nog?
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Heb je een vraag over hoofdstuk 2?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Botsende deeltjes model

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

NaSk2 | TL3 | Reactiesnelheid
Reactiesnelheid
Laag
Hoog
Kort
Lang
Reactiesnelheid
Reactietijd

Slide 11 - Slide


Wat kun je zeggen over de reactietijd en reactiesnelheid van de reactie in de afbeelding hiernaast. Je ziet dat een ijzeren paal aan het roesten is.
A
Reactiesnelheid = hoog Reactietijd = kort
B
Reactiesnelheid = laag Reactietijd = kort
C
Reactiesnelheid = laag Reactietijd = lang
D
Reactiesnelheid = hoog Reactietijd = lang

Slide 12 - Quiz

Reactiesnelheid

De reactiesnelheid wordt beïnvloed door:

  • Temperatuur 
  • Concentratie
  • Verdelingsgraad
  • Katalysator

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide


Bij een experiment wordt waterstofchloride gemaakt. H2 reageert met Cl2 tot HCL, ook wordt er nikkel aan toegevoegd. De reactievergelijking is als volgt: 
H2 (g) + Cl2 (g) --> 2 HCl (aq)
Is hier een katalysator gebruikt?
A
Ja, waterstof
B
Ja, Nikkel
C
Ja, chloor
D
Nee

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

lagere temperatuur
hogere temperatuur -> de deeltjes bewegen sneller -> botsen vaker -> meer effectieve botsingen per seconde

Slide 18 - Slide

fijnere verdelingsgraad
                 -> groter oppervlakte

Slide 19 - Slide


Welke afbeelding heeft een grotere verdelingsgraad?
A
B

Slide 20 - Quiz


Waarom zorgt een hogere temperatuur voor een snellere reactietijd?
A
Meer moleculen
B
Moleculen bewegen sneller
C
Moleculen bewegen langzamer
D
Minder moleculen

Slide 21 - Quiz

Leg in eigen woorden uit waarom een grotere verdelingsgraad zorgt voor een snellere reactie.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Concentratie (hoeveelheid deeltjes)

Slide 24 - Slide


Henk zegt dat een hogere concentratie zorgt voor een korte reactietijd.
Marieke zegt dat een hogere concentratie zorgt voor hogere reactiesnelheid.
Wie heeft er gelijk?
A
Henk heeft gelijk
B
Marieke heeft gelijk
C
Henk en Marieke hebben beiden gelijk
D
Henk en Marieke hebben beiden ongelijk

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Leg uit op welke 2 manieren je de druk kunt verhogen?

Slide 27 - Open question


In de afbeelding hiernaast zie je een snelkookpan, aardappelen zijn hierin eerder gaar, hoe komt dit?
A
De reactie is sneller door een hogere temperatuur.
B
De reactie is sneller door een betere verdelingsgraad
C
De reactie is sneller door een hogere concentratie
D
De reactie is sneller door een hogere druk

Slide 28 - Quiz

Waar is de reactiesnelheid het hoogst?
Waar is de reactiesnelheid het laagst?

Slide 29 - Drag question

Samengevat (1)
Reactiesnelheid
= snelheid waarmee beginstoffen verdwijnen en reactieproducten ontstaan.

Reactietijd
= tijd hoe lang de reactie duurt. Hoe groter de reactiesnelheid, hoe korte de reactietijd

Slide 30 - Slide

Samengevat (2)
Factoren
Reactiesnelheid
Reactietijd
grote verdelingsgraad
hoog
kort
hoge temperatuur
hoog
kort
hoge concentratie
hoog
kort
hoge druk
hoog
kort
gebruik katalysator
hoog
kort
soort stof
hangt af van de stof
hangt af van de stof

Slide 31 - Slide