Drama P1 les 7 - conflict

• Drama
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom

Drama les 8: conflict

Wat gaan we doen?

 Herhaling vorige week

Wat is een conflict?

"De vloer op" kijken

Oefening: Improviseren in duo's

Oefening: Improviseren voor publiek

Afsluiting in de kring

Vorige week

• Wat was associëren ook alweer? (Waarom is het handig om dit te kunnen? Hoe associeer je?)
  

Conflict

• Wat is een conflict? (Wat is een ander woord voor conflict? Waarom moet er een conflict in een scene zitten? Wie kent er een voorbeeld?)
  

-> De vloer op kijken

Kijkvraag: Hoe spelen de acteurs het conflict in de scene uit? Wat zag je de acteurs doen?

Oefening improvisatie in duo's

Situatie 1: Een bakker en een klant. De klant wil een slagroomtaart hebben voor zijn/haar huwelijk. Door al het geregel zijn ze de slagroomtaart vergeten te bestellen. De bakker heeft gelukkig nog een taart. Niks aan de hand dus.

Situatie 2: Een bakker en een klant. De klant wil een slagroomtaart hebben voor zijn/haar huwelijk. Door al het geregel zijn ze de slagroom taart vergeten te bestellen. De bakker heeft helaas GEEN taart meer. Paniek! Wat nu!?

Hoe voelde het om deze scene's te spelen? Wat was het verschil?

Extra improvisatieopdracht duo's

Jullie zijn broer/zus van elkaar. De een zou op de lievelings cavia van de ander letten die een week op vakantie is geweest. Helaas is de cavia ontsnapt uit zijn hok en nu nergens meer te bekennen... Je broer/zus komt op dat moment thuis.

Hoe hebben jullie dit conflict (het probleem) uitgespeeld?

Oefening improvisatie duo's voor publiek

Situatie: Jullie zitten in de wachtkamer bij een huisarts. De een is doof (en spreekt heel hard, want je hoort jezelf niet) en de ander is overgevoelig voor geluid (harde stemmen doen enorme pijn aan je oren). Jullie hebben allebei dezelfde medicatie nodig (ernstige hartproblemen)... er is maar genoeg voor 1 iemand.

Wat hebben jullie gezien? Hoe zou je dit probleem nog erger kunnen maken?

Sprookje anders

Jullie gaan een sprookje aanpassen. Dit is een sprookje dat je al kent, maar jullie maken er een nieuwe, andere versie van. Je maakt het sprookje dus anders. In ieder geval 3 veranderingen zijn opvallend. 

Speel je sprookje voor de klas.

Bijvoorbeeld: Hans en Grietje verdwalen niet in het bos, maar in de stad of in een winkelcentrum.  

Tijd over:

Bewegingsmemory

Ik ga op reis en neem mee

Ochtendritueel

Interview doventolk

Afsluiten in de kring