Herhaling hfst 3 bedrijf starten 1

Herhaling hfst. 3 bedrijf starten
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling hfst. 3 bedrijf starten

Slide 1 - Slide

Agenda
Vandaag = herhaling hoofdstuk 3

Lesdoelen: 
- Je weet wat het verschil is tussen kosten en uitgaven.
- Je kunt de kosten over een bepaalde periode berekenen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Een paar vragen

Slide 17 - Slide

Zijn rente kosten en/of uitgaven?
A
Kosten
B
Uitgaven
C
Beide

Slide 18 - Quiz

Wat verandert er op de balans door een rente uitgaven?
A
Eigen vermogen en vreemd vermogen
B
Liquide middelen en eigen vermogen
C
Liquide middelen en vreemd vermogen
D
Vaste activa en liquide middelen

Slide 19 - Quiz

Zijn aflossing kosten en/of uitgaven?
A
Kosten
B
Uitgaven
C
Beide

Slide 20 - Quiz

Wat verandert er op de balans als je gaat aflossen?
A
Liquide middelen en bank
B
Liquide middelen en eigen vermogen
C
Liquide middelen en vreemd vermogen
D
Vreemd vermogen en eigen vermogen

Slide 21 - Quiz

Wat gebeurt er op de balans bij kosten en uitgave?

Slide 22 - Slide

Hoe herken je kosten en uitgaven op een mutatiebalans?

Debet
Credit
Vaste activa

Vlottende activa

Liquide middelen

TOTAAL
Eigen vermogen

Lang vreemd vermogen

Kort vreemd vermogen

TOTAAL

Slide 23 - Slide

Je gaat €100 aflossen op je lening (langer dan een jaar). Wat verandert er op je balans?
Debet
Credit
Vaste activa

Vlottende activa

Liquide middelen

TOTAAL
Eigen vermogen

Lang vreemd vermogen

Kort vreemd vermogen

TOTAAL

Slide 24 - Slide

Je gaat €100 aflossen op je lening (langer dan een jaar). Wat verandert er op je balans?
Debet
Credit
Vaste activa

Vlottende activa

Liquide middelen    - 100

TOTAAL                    - 100
Eigen vermogen

Lang vreemd vermogen    - 100

Kort vreemd vermogen

TOTAAL                                - 100

Slide 25 - Slide

Je gaat €50 rente betalen op je lening. Wat verandert er op je balans?
Debet
Credit
Vaste activa

Vlottende activa

Liquide middelen    

TOTAAL                    
Eigen vermogen                  

Lang vreemd vermogen    

Kort vreemd vermogen

TOTAAL                                

Slide 26 - Slide

Je gaat €50 rente betalen op je lening. Wat verandert er op je balans?
Debet
Credit
Vaste activa

Vlottende activa

Liquide middelen    - 50

TOTAAL                    - 50
Eigen vermogen                   - 50

Lang vreemd vermogen    

Kort vreemd vermogen

TOTAAL                                - 50

Slide 27 - Slide

Opdracht in je schrift!!
Kledingzaak bv. heeft al enige jaren de volgende lening bij de ING:

  • Schuld op 1 oktober 2020: € 10.000
  • Rente: 4% per jaar
  • Aflossing: € 400 per kwartaal, steeds aan het einde van elk kwartaal
  • De rente wordt aan het einde van elk kwartaal achteraf betaald
1. Teken een tijdlijn voor 2020 en 2021.
2. Bereken de uitgaven met betrekking tot de lening op 31 december 2020.
3. Bereken de kosten met betrekking tot de lening in juli 2021.
4. Bereken het bedrag dat in verband met de interest van de lening op de balans van 31 mei 2021 moet worden opgenomen en geef aan onder welke balanspost dit vermeld moet worden.


Slide 28 - Slide