2G Kapitel 3: Schule Mittwoch, den 11. Januar 2023

Kapitel 3: Schule
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kapitel 3: Schule

Slide 1 - Slide

Mittwoch, den 11. Januar 2023
  • Willkommen
  • Ziele Unterrichtsstunde
  • Grammatik: Regeln der, die oder das Wiederholung
  • Machen Aufgaben
  • Grammatik: das Plural
  • Aussprache
  • Zeit übrig: Blooket
  • Aufgaben Woche 02
  • Zum Schluss

Slide 2 - Slide

Ziele Stunde:
  • Je kunt een aantal regels noemen waardoor je zelfstandige naamwoorden kunt koppelen aan der, die of das.
  • Je kent de hoofdregels voor het meervoud van zelfstandige naamwoorden.
  • Je kunt letters met Umlaut uitspreken in het Duits.

Slide 3 - Slide

Grammatik: Regels der die das
  1. Noem een regel voor der-woorden (mannelijk)
  2. Noem regels voor die-woorden (vrouwelijk)
  3. Noem regels voor das woorden (onzijdig)

Slide 4 - Slide

Grammatik: Regeln der, die oder das?
Bepaald lidwoord:
  • Nederlands: de, het (de fiets, de fietsen)(het huis, de huizen)
  • Duits: der, die, das en die (meervoud) (der Mann, die Männer) (das Haus, die Häuser) (die Tante, die Tanten)

  • der = mannelijk
  • die = vrouwelijk
  • das = onzijdig

Slide 5 - Slide

der die oder das?
  1. Adresse
  2. Vater
  3. Stiefmutter
  4. Familie
  5. Büchlein
  6. Kuh
  7. Kaninchen
  8. Freund 
  9. Polizist
der die oder das?
  1. Fußballmannschaft
  2. Geschenk
  3. Freiheit
  4. Viertel
  5. Kind
  6. Haus
  7. Aufgabe
  8. Tänzerin
  9. Gebäude

Slide 6 - Slide

Machen Aufgaben    Seiten   71+76
  • Afmaken Aufgaben 9 + 10
  • Gebruik de Lernliste
  • Klaar: leren Lernliste, der die das regels, kloktijden.
  • Bespreken Aufgaben 9 + 10
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Grammatik: das Plural/meervoud
Uitleg!
Stappenplan!
Schema

  1. Wat is het lidwoord? -> Regels toepassen + leren lidwoord in Lernliste!!
  2. Bij der/das: eindigt het zelfstandig naamwoord op: -el, -en of - er? Nee? dan blijft er nog 1 keuze over.
  3. Die: uitgang wordt -n, -en of -nen
  4. Eindigt een woord op -a, -i, -o of -y? => s er aan vast plakken!

Slide 8 - Slide

das Plural: 1e stap?
  1. Lehrerin
  2. Lehrer
  3. Heft
  4. Oma
  5. Wolf
  6. Mädchen
  7. Freundin
  8. Schwester
  9. Bein

das Plural: 1e stap?
  1. der Ball
  2. Löwin
  3. Kater
  4. der Zahn
  5. Lieblingstier
  6. Onkel
  7. Cousine
  8. Handy



Slide 9 - Slide

Aussprache:      Seite 84
Buchstaben mit Umlaute.
Wie spricht man die aus?

ä ü ö und äu

Aufgaben 27 und 28

Slide 10 - Slide

Lernliste => Blooket
https://play.blooket.com/play

Inlogcode: .....

Slide 11 - Slide

Aufgaben Woche 02
Lernen Lernliste      de leraar t/m volgende week Seite 96   
Lernen Lernliste      A Sehen + C Hören  + D Lesen + H Lesen     Seite 97.
Lernen Uhrzeiten        (aantekeningen schrift).
Lernen Grammatik A:    regels der die das       Seite 98.

Machen Aufgaben zu Hause:
Aufgaben 23 t/m 26  Seiten 82-83 + Aufgabe 33 Seite 87

Zusammen während der Unterrichtsstunde (samen tijdens de les):
Aufgaben 27 t/m 32 + Aufgabe 22 + uitleg meervoud

Slide 12 - Slide

Zum Schluss:
  • Wie spät ist es?
  • Der die das üben.
  • Mehrzahl

Blooket
https://play.blooket.com/play

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide