LOB - feedback en reflectie

Feedback en Reflectie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Feedback en Reflectie

Slide 1 - Slide

Wat is feedback 
Wat is jullie ervaring met feedback?
Wat is het doel van feedback?

Positief
Negatief


Slide 2 - Slide

Gericht op gedrag
Iets wat de ander kan verbeteren 
Dus geen eigenschap 

Lees de tips op pagina 45 
herken je een aantal van je stage? 

Slide 3 - Slide

feedback geven

Slide 4 - Slide

Het doel van feedback geven is ...

timer
0:30
A
geruststellen
B
overtuigen
C
tips geven
D
beledigen

Slide 5 - Quiz

De juiste houding om feedback te geven is ...

timer
0:30
A
rustig
B
agressief
C
verdedigend
D
aarzelend

Slide 6 - Quiz

De juiste houding om feedback te krijgen is ...

timer
0:30
A
verdedigend
B
gelaten
C
belangstellend
D
arrogant

Slide 7 - Quiz

Waarom is feedback ontvangen altijd lastig?
timer
0:30
A
Het roept in je hersenen boosheid en verdriet op.
B
Het roept in je hersenen adrenaline op.
C
Het roept in je hersenen angst en verdediging op.
D
Het geeft je hersenen een positieve impuls

Slide 8 - Quiz

Hoe kun je het beste reageren op die gevoelens?

timer
0:30
A
Aan gevoelens moet je gewoon toegeven.
B
Je moet je gevoelens beheersen en erover nadenken.
C
Tegen zulke gevoelens moet je blijven vechten.
D
In de verdediging gaan

Slide 9 - Quiz

Situaties
Lees op de volgende pagina's de vijf situaties en  bedenk of jullie feedback zouden geven in zo'n geval en wat je zou zeggen.

Slide 10 - Slide

Situatie 1 
Je zit in de klas. De leerkracht legt iets uit wat je niet begrijpt. De uitleg gaat snel en een beetje rommelig. Het is nog steeds erg onduidelijk. Eigenlijk snap je er niets van

Slide 11 - Slide

Situatie 2 
Je partner/zoon/dochter draait keiharde muziek, terwijl jij die 'moeilijke' anatomie toets wil leren. Je kan je slecht concentreren op je huiswerk.

Slide 12 - Slide

Situatie 3 
Je bent de anatomie toets aan het maken. Vraag 3 is moeilijk, oneerlijk zelfs. De vraag gaat over iets wat je niet moest leren.

Slide 13 - Slide

Situatie 5 
Je vrienden willen een weekend weg. Jij hebt geen zin om te gaan omdat het vorige keer daar uit de hand liep. Je hebt al drie keer gezegd dat je niet mee wilt. Ze vragen het nog een keer.

Slide 14 - Slide

Opdrachten 
1.26 en 1.27 


Slide 15 - Slide