Digitale les - 2 TL (3.7)

Digitale les - Taalverrijking
Mevrouw Boschman
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Digitale les - Taalverrijking
Mevrouw Boschman

Slide 1 - Slide

Leerdoel(en)
1. Ik weet wanneer ik 'zij' moet gebruiken.
2. Ik weet wanneer ik 'hun' moet gebruiken. 
3. Ik weet wanneer ik 'hen' moet gebruiken.

Slide 2 - Slide

Uitleg ondersteuning
Zij: als het om personen gaat. 

Slide 3 - Slide

Uitleg ondersteuning
Hun:
1. Als het om een bezit gaat. 
2. Als er geen voorzetsel staat en je er ‘aan’ of ‘voor’ bij kunt denken, schrijf je ‘hun’. Je hebt dan te maken met
een meewerkend voorwerp

Slide 4 - Slide

Uitleg ondersteuning
Hen:
1. Als er een voorzetsel staat.

Slide 5 - Slide

Welk woord vul je in bij de ...?
"Het is ... eigen schuld."
A
zij
B
hen
C
hun

Slide 6 - Quiz

Welk woord vul je in bij de ...?
"Ik had het nog zo tegen ... gezegd."
A
zij
B
hen
C
hun

Slide 7 - Quiz

Welk woord vul je in bij de ...?
"Helaas, ... wilden niet luisteren."
A
zij
B
hen
C
hun

Slide 8 - Quiz

Afsluiting
Samengevat:
Zij --> bij personen
Hen --> bij een voorzetsel
Hun --> bij een bezit of als je er geen voorzetsel
staat, maar je er 'aan'/ 'voor' bij kunt zetten.
Maak 3.7B via Learnbeat.

Slide 9 - Slide

Afsluiting instructie

Slide 10 - Slide