3.03/3.04. WWG, OND, LV, MV / MV met voor

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands met je schrift, laat het boek nog even dicht. 



Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Slide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Ihabe, Alex

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Lynn, Niels, Ties, Jermaine, Shaqell, Bas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Dennis, Noah, Jara

Slide 4 - Slide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je het werkwoordelijk gezegde, het onderwerp, het lijdend voorwerp  en het meewerkend voorwerp met benoemen;
- kun je het meewerkend voorwerp met 'voor' en benoemen;

Slide 5 - Slide

Verdiept arrangement:
Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:
Les: 3.3 en 3.4
blz.:137 t/m 139
opdr.: 1 t/m 5

Slide 6 - Slide

Mini-check
Quiz mee

Slide 7 - Slide

Noteer het onderwerp:
Mike rent naar de supermarkt.

Slide 8 - Open question

Wat is het onderwerp in de zin:
Wij hebben na schooltijd gegamed.

Slide 9 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp in de zin:
Dario vertelt een schuine mop aan de klas.

Slide 10 - Open question

Wie maakt wat:
Iedereen doet mee met de instructie:
les 3.3 en 3.4, opdr. 1 t/m 5 blz. 137 t/m139

De rest doet mee met de instructie.

Slide 11 - Slide

4. Instructie
Het meewerkend voorwerp met 'voor' (MV) komt voor in zinnen waarin aangegeven wordt dat iets voor iemand bestemd is: iemand doet iets voor iemand. Het werkwoord vraagt om een ontvanger. De persoon die ontvangt, noem je het meewerkend voorwerp.
Voorbeeld
Tofik koopt een nieuwe halsband voor zijn hond.
ond.          wwg.            lv.                                                mw.
Tofik         koopt           een nieuwe halsband        voor zijn hond
Vraag: 
Voor wie koopt Tofik een nieuwe halsband? 
Antwoord: voor zijn hond = meewerkend voorwerp

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 3.3 en 3.4 blz. 137 t/m 139, opdr. 1 t/m 5
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 

Slide 14 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 3.3 t/m 3.4 blz. 137 t/m 139, opdr. 1 t/m 5--> namen lln
B/I: les 3.3 t/m 3.4 blz. 137 t/m 139, opdr. 1 t/m 5
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets / lezen / woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 15 - Slide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 16 - Slide

Wat is het meewerkend voorwerp?Moeder geeft Ariël een koekje.
A
Moeder
B
Ariël
C
een koekje
D
geeft

Slide 17 - Quiz

Noteer het meewerkend voorwerp:
Ik heb een cadeautje gekocht voor mijn Valentijn

Slide 18 - Open question

Ik kan de zinsdelen in een gegeven zin vinden.
010

Slide 19 - Poll

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 20 - Slide