What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
scootercity 1.4
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 1.4:
Scootercity
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
---> Herhaling (5 min)
--> Uitleg over scootercity. (15 min)
--> Paar opdrachten maken. (15 min)
--> Laatste 15 min quiz. (15 min)
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
--> Ik kan verschillende manieren noemen om de nettowinst te verhogen.
Slide 4 - Slide
Je koopt een laptop in voor 1000 euro en je verkoopt hem voor 2000 euro. Wat is de brutowinstopslag?
A
100 euro
B
1000 euro
C
2000 euro
D
1500 euro
Slide 5 - Quiz
De inkoopprijs van een nietmachine is 2,50 euro. De verkoopprijs is 3 euro. Wat is brutowinstmarge?
A
20%
B
25%
C
10%
D
15%
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
1.5 Scootercity
Een hogere of lagere verkoopprijs
Verkoopprijs en aantal verkopen
=
--> nettowinst
Verkoopprijs en aantal verkopen --> nettowinst
opdr. 2
Slide 8 - Slide
1.5 Scootercity
Een lagere inkoopprijs en bedrijfskosten
opdr. 3
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
1.5 Scootercity
Wanneer doet een bedrijf het goed
Om dit te kunnen vergelijken moet je kijken of een bedrijf naar verhouding (%) het beter of slechter doet.
Hoeveel % is de nettowinst van de omzet.
afb. 34 blz. 24
Slide 11 - Slide
Wanneer maakt een ondernemer meer nettowinst?
A
Als de inkoopprijzen dalen
B
Als hij een nieuwe machine koopt en de afschrijvingen toenemen
C
Als hij een extra werknemer in dienst neemt en de loonkosten stijgen
Slide 12 - Quiz
Zelfstandig werken
Het huiswerk: 2, 3, 4, 6, 9, 10, 11, 12 (1.5)
Klaar? Maak online de test jezelf.
Rustig
overleggen met de
buurman
of
buurvrouw
mag.
Als er goed gewerkt wordt. GEEN HW
Slide 13 - Slide
BTW is een afkorting.
BTW staat voor ...
A
belasting over de toenemende waarde
B
belasting tegen waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting over de toegevoegde waarde
Slide 14 - Quiz
Hoe bereken je de brutowinst?
Brutowinst = ...
A
Inkoopwaarde - Omzet
B
Omzet - Bedrijfskosten
C
Omzet + Winst
D
Omzet - Inkoopwaarde
Slide 15 - Quiz
9% BTW of 21% BTW
A
9%
B
21%
Slide 16 - Quiz
Wat is de nettowinst:
A
de brutowinst - de bedrijfskosten
B
de bedrijfskosten - de brutowinst
C
de brutowinst + de bedrijfskosten
D
de bedrijfskosten + de brutowinst
Slide 17 - Quiz
"Exclusief BTW": is dat zonder of met BTW?
A
Zonder
B
Met
Slide 18 - Quiz
De brutowinstmarge is .......
A
een percentage van de verkoopprijs
B
een percentage van de omzet
C
een percentage van de btw
D
een percentage van de inkoopprijs
Slide 19 - Quiz
Wat zijn geen bedrijfskosten?
A
kosten van het gebouw
B
inkoopkosten
C
salaris van het personeel
D
reclamekosten
Slide 20 - Quiz
Wat is een andere naam voor brutowinstmarge of brutowinst
A
Verkoop
B
Brutowinstopslag
C
Omzet
D
Afzet
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
- Lesson with
28 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
6.3 Winst of verlies?
November 2018
- Lesson with
26 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
1.5 Scootercity
September 2022
- Lesson with
18 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 4
1.5 Scootercity
October 2021
- Lesson with
15 slides
Economie
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
Ec. bekeken 4TL: H1.5
December 2022
- Lesson with
17 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
H1.5
September 2024
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Commercieel H4 | Hoe bepaal je de prijs van artikelen? deel 1
August 2020
- Lesson with
19 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Administratie hst 1 Een bedrijf van dichtbij paragraaf 5 en 6
January 2022
- Lesson with
21 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3