Ma 13 jan Voegwoorden , samengestelde zinnen

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions



enkelvoudige en samengesteld zinnen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Van enkelvoudige naar samengestelde zinnen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Inhoudsopgave 
  1. Wat zijn voegwoorden? 
  2. Onderschikkend & nevenschikkend voegwoord
  3. Bijwoord
  4. Betrekkelijk & aanwijzend voornaamwoord
  5. Lastige gevallen: dat, dus, toen, of & wanneer

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voegwoorden
Zinnen worden aan elkaar 'geplakt' met voegwoorden.
Er zijn onderschikkende voegwoorden en nevenschikkende. 

De nevenschikkende zijn: en, of, maar, want en dus. 
Er zijn een heleboel onderschikkende voegwoorden: omdat, zodat, toen, als, zodra, terwijl, enz...

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

ns.vgw 
ns.vwg = nevenschikkend voegwoord
Dit voegwoord verbindt twee hoofdzinnen aan elkaar.
Er zijn vijf nevenschikkende voegwoorden: dus, en, maar, of en want.

W O. D. E. M


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

HOOFDZIN + HOOFDZIN

Twee hoofdzinnen kun je aan elkaar verbinden met een nevenschikkend voegwoord.

Dit zijn: en, of, maar, want, dus.
HOOFDZIN + BIJZIN

Een hoofd- en een bijzin kun je aan elkaar verbinden met een onderschikkend voegwoord.

Er zijn veel onderschikkende voegwoorden, zoals: omdat, zodat, doordat, als, dan, hoewel, tenzij, terwijl, toen, of.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Link

This item has no instructions

Geef aan of de volgende zinnen enkelvoudig of samengesteld zijn. Als de zin samengesteld is, geef dan aan of de zin onderschikkend of nevenschikkend is.
enkelvoudig
een enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm. Er kunnen wel meer werkwoorden zijn. Deze werkwoorden zijn samen onderdeel van het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk)
EV
samengesteld
een samengestelde zin heeft twee (of meer) persoonsvormen.
Verander de zin van tijd om te zien wat de persoonsvormen zijn.
Een samengestelde zin is nevenschikkend of onderschikkend.
Nevenschikkend: twee hoofdzinnen (voegwoorden: en, maar, want, of)
Onderschikkend: hoofdzin en bijzin(nen) (HZ-BZ of BZ-HZ). Onderwerp en persoonsvorm staan in de bijzin uit elkaar of kunnen uit elkaar geplaatst worden door het woordje niet ertussen te plaatsen.
SG
enkelvoudige zin
samengestelde zin
nevenschikkend
samengestelde zin
onderschikkend
Tijdens de voetbalwedstrijd mogen de supporters niets drinken op de tribune.
Hoewel het kampioenschap de club niet meer kon ontgaan, bleef de trainer zenuwachtig voor de wedstrijd.
De uitblinkende middenvelder wilde nog niet zeggen of hij nog een jaar blijft.
De supporters hopen dat hij besluit nog een jaar bij hun club blijft.
Hij heeft het enorm naar zijn zin, maar een avontuur is ook interessant.
De trainer blijft nog een seizoen of hij gaat toch met pensioen.

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Samengestelde zin
Enkelvoudige zin
Vandaag leer ik over samengestelde zinnen.
Ik ga naar school, omdat ik slim wil worden.
Ik kan een moeilijke en lange samengestelde zin herkennen.
Deze stof vind ik makkelijk en ik hoef niet veel te leren.

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Geef aan of de volgende zinnen enkelvoudig of samengesteld zijn. Als de zin samengesteld is, geef dan aan of de zin onderschikkend of nevenschikkend is.
enkelvoudig
een enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm. Er kunnen wel meer werkwoorden zijn. Deze werkwoorden zijn samen onderdeel van het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk)
EV
samengesteld
een samengestelde zin heeft twee (of meer) persoonsvormen.
Verander de zin van tijd om te zien wat de persoonsvormen zijn.
Een samengestelde zin is nevenschikkend of onderschikkend.
Nevenschikkend: twee hoofdzinnen (voegwoorden: en, maar, want, of)
Onderschikkend: hoofdzin en bijzin(nen) (HZ-BZ of BZ-HZ). Onderwerp en persoonsvorm staan in de bijzin uit elkaar of kunnen uit elkaar geplaatst worden door het woordje niet ertussen te plaatsen.
SG
enkelvoudige zin
samengestelde zin
nevenschikkend
samengestelde zin
onderschikkend
Kasper gaat volgend jaar Engels studeren in Amsterdam.
Hoewel het kampioenschap de club niet meer kon ontgaan, bleef de trainer zenuwachtig voor de wedstrijd.
Ze vraagt wel even of hij op je wacht.
Ilse eet veel fruit omdat dat gezond is.
Ze speelt prachtig viool en haar broer speelt heel mooi gitaar.
Ik stop met werken want ik ben rijk.

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
Bram voetbalt en hij zit op tafeltennis.
B
Door de vele fietsers in de stad kan de tram lastig rijden.
C
Na de kerstvakantie begint het nieuwe kalenderjaar.
D
Terwijl ik op de bus wachtte, werd ik nat gespetterd door een auto.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
Als je een plastic tasje wilt gebruiken, moet je daarvoor betalen.
B
Na het kampioensfeest hebben alle spelers van het team de volgende dag de troep opgeruimd.
C
Jarno heeft een afspraak met de orthodontist gemaakt, omdat zijn beugel los zit.
D
In China gebruiken steeds meer mensen de fiets.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
Nu is een selfie in een seconde gepiept, maar is het resultaat daarom minder waard?
B
Tijdens het Museumweekend presenteerde de organisatie het allereersteSelfiemuseum.
C
Geen van beide

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoe herken je samengestelde zinnen?
A
Door meerdere persoonsvormen en een of meerdere voegwoorden
B
Door één persoonsvorm en géén voegwoord

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Samengestelde zinnen hebben twee of meer persoonsvormen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Samengestelde zinnen --> zijn zinnen met meer dan 1 persoonsvorm
KLas 3 is bezig met samengestelde zinnen, omdat die lastig zijn.
Het voegwoord is?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat voor voegwoord is 'omdat'?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Een zin met het voegwoord 'omdat' dan spreek je van een hoofdzin en een ....

A
Bijzin
B
Hoofdzin

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De voegwoorden: want, of, dus, en maar. (WODEM )
Verbinden ......?
A
Hoofdzin en een bijzin
B
Hoofdzin en een hoofdzin
C
Bijzin en een hoofdzin
D
Bijzin en een bijzin

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

De vijf voegwoorden
Want, of, dus en maar zijn ....... voegwoorden

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Terwijl is een ?
A
nevenschikkend voegwoord
B
geen voegwoord
C
onderschikkend voegwoord
D
Alle drie zijn goed

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

In een zin kunnen nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden voorkomen.
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf een aantal onderschikkende voegwoorden op

Slide 24 - Open question

This item has no instructions


HOOFDZIN + HOOFDZIN

Twee hoofdzinnen kun je aan elkaar verbinden met een nevenschikkend voegwoord.

Dit zijn: en, of, maar, want, dus.

HOOFDZIN + BIJZIN

Een hoofd- en een bijzin kun je aan elkaar verbinden met een onderschikkend voegwoord.

Er zijn veel onderschikkende voegwoorden, zoals: omdat, zodat, doordat, als, dan, hoewel, tenzij, terwijl, toen, of.
Voegwoord (vw)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

HOOFDZIN + HOOFDZIN

Twee hoofdzinnen kun je aan elkaar verbinden met een nevenschikkend voegwoord.

Dit zijn: en, want, maar en of.
HOOFDZIN + BIJZIN

Een hoofd- en een bijzin kun je aan elkaar verbinden met een onderschikkend voegwoord.

Er zijn veel onderschikkende voegwoorden, zoals: omdat, zodat, doordat, als, dan, hoewel, tenzij, terwijl, toen, of.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Gelukt?
Ik kan in samengestelde zinnen de persoonsvorm vinden en ik herken het voegwoord.

Wat is de pv en wat is het voegwoord?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Bijvoeglijke bepaling (I)
Een bijvoeglijke bepaling (bvb) zegt iets van een zelfstandig naamwoord.

Een bijvoeglijke bepaling is ALTIJD deel van een ander zinsdeel.

Een bijvoeglijke bepaling kan voor of achter het znw. staan. 


Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
znw
bijvoeglijke 
bepaling
De
dikgedrukte
woorden
noemen
we
bijvoeglijke  
bepalingen.

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Huiswerk voor di 14 jan
Maken opdr. 4 , 5 en 6
Leren de voegwoorden
Grammatica blok 3

Slide 30 - Slide

This item has no instructions