Les 1.7 KT2 theorie (week 44) Injecteren deel 1

• Verzorging
• MBO
• Studiejaar 1,4

Les 1.7 KT2 theorie module 1 B injecteren deel 1

DA1

Module 1B

Les 7

2024-2025

Programma

• Welkom + Osiris
• Terugblik vorige les
• Injecteren deel 1
• Opdracht injecteren
• Afsluiten + huiswerk  

Wat is de normaalwaarde van de bloeddruk?

1. 120/80 mmHG
2. 180/20mmHG
3. 100/50 mmHG
4. 200/100mmHG

Is een bloeddruk van 120/80 een gezonde bloeddruk?

1. Ja
2. Nee

de notatie voor de bloeddruk is

1. BD
2. RR
3. IR
4. RD

Waar staat RR voor?

1. Rindi Rocci
2. Riva Rooi
3. geen idee
4. Riva Rocci

Welke eenheid hoort bij de bloeddruk?

1. ml/l
2. mmHg
3. Riva-Rocci
4. mmmol/l

Vanuit je voorbereiding op de les

Welke toedieningswegen ken je?

Welke toedieningsvormen ken je?

Toedieningswegen

Lokaal/systemisch:

Oraal: per os: tabletten, capsules, druppels

Rectaal: laatste stukje van de dikke darm --> suppositorium

Vaginaal: in de vagina --> vaginaal tablet

Parentraal: buiten het spijsverteringskanaal om --> gnm toedienen zodat het in de bloedsomloop komt --> infuus, injectie

Injectie = percutaan 

Lokaal: is zo dicht mogelijk bij de plaats van werking van het medicijn Systemisch: is via de bloedsomloop

Een geneesmiddel wordt per injectie toegediend indien: 

• Het geneesmiddel door één van de spijsverteringssappen onwerkzaam wordt gemaakt.
  
• We snel resultaat willen hebben.
  
• De patiënt niets per os mag innemen.
  
• De patiënt niets per os kan innemen.
  
• De patiënt niets per os wil innemen, maar een geneesmiddel is wel noodzakelijk
  

Desinfecteren 

• Per huisarts verschillend. In een ziekenhuis altijd.
  

Soorten:

• Jodiumtinctuur of betadine-jodium
  
• Chloorhexidine
  
• Alcohol 70%
  

Plaats van toediening

Altijd via opperhuid, lederhuid en onderhuidsbindweefsel

• Intracutaan
• Subcutaan
• Intramusculair
• Intraveneus
• Intra articulair

Intracutaan 

Toepassing: reactie van het lichaam, óf om stoffen die slechts langzaam door het lichaam verspreid mogen worden.

Plaats: in de huid van de onderarm

Voorbeelden: Mantoux-reactie, allergietesten

Subcutaan

• In het onderhuids bindweefsel bevindt zich een capillairnet, waarin de vloeistof betrekkelijk langzaam wordt geabsorbeerd en pas daarna door het veneuze systeem verder in het lichaam gebracht.
  
• Plaatsen: buitenkant bovenarm, voor/ zijkant v/h bovenbeen of in het losse onderhuidse weefsel van de buikwand
  
• Voorbeelden
  

Subcutaan injecteren

Intramusculair

Toepassing:

1. Snelle opname

2. Grote hoeveelheden vloeistof

3. Beschadiging onderhuids bindweefsel (infiltraten en necrose)

Belangrijk is dat de naald de spier bereikt! Dit kan alleen als de i.m. naald tot het einde van de naald is ingebracht. 

Opdracht injecteren

Maak de opdracht injecteren op Cumlaude. Niet alles hebben we besproken maar kun je wel in je boek vinden.

Opdracht bespreken 

Afsluiten + huiswerk

• Opdracht injecteren inleveren op Cumlaude 
• Lezen: hoofdstuk 4.3 en 4.4
  
• Leren: alles tot nu toe
  
• Maak minimaal 5 vragen over de onderwerpen van afgelopen periode (zie opdracht Cumlaude week 45) 
  
• Vragen m.b.t. de lesstof van module 1A en module 1B? --> Uiterlijk 3 november mailen naar je docent!