7.4 Collectieve arbeidsovereenkomst

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ga rustig naar je plek. Pak je boek en ga rustig lezen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • herhaling paragraaf 3
  • Behandelen paragraaf 4 (15 min)
  • zelfstandig werken (30 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 2 - Slide

Economie 
3GT
H7§4
Collectieve arbeidsovereenkomst

Slide 3 - Slide

Lesdoel
In deze les leer je meer over collectieve arbeidsovereenkomsten, oftewel CAO's.

Slide 4 - Slide

Terugblik
> Is het je gelukt om de opdrachten digitaal te maken?
> Heb je vragen over de stof? 
> Een paar oefenvragen om weer in de stof te komen. 

Slide 5 - Slide

Wat sluit je af als je ergens in dienst gaat?

Slide 6 - Open question

Een minderjarige mag een arbeidsovereenkomst afsluiten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

De ouders van de minderjarige kunnen de arbeidsovereenkomst binnen 4 weken laten ontbinden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat houdt een proeftijd in?

Slide 9 - Open question

Na de proeftijd kun je je baan niet met onmiddellijke ingang op zeggen, dan is er een...

Slide 10 - Open question

Een arbeidsovereenkomst moet voldoen aan de wettelijke regels. De regels over hoe lang je mag werken staan in de ....

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Video

Theorie
Intro vragen

Slide 13 - Slide

Door wie worden de CAO's gemaakt?

Slide 14 - Open question

Een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO):

wordt gemaakt door een werknemersorganisatie (vakbond) 
en een werkgeversorganisatie.


De arbeidsvoorwaarden:

• in de cao moeten voldoen aan de wet;
• in de individuele arbeidsovereenkomst moeten voldoen aan de cao en de wet.

Slide 15 - Slide

In een cao staan regels over onder andere:

• de omschrijving van de functie;
• het loon;
• extra beloningen;
• overwerk en onregelmatige werktijden;
• vakantie en verlof;
• de arbeidstijden;
• scholing en studie.

Slide 16 - Slide


Het loon van de meeste werknemers wordt bepaald
 door: 
• de functie van de werknemer;
• de loonschaal die bij deze functie hoort;
• de periodiek of trede die binnen de loonschaal van
 toepassing is. 


Werknemers kunnen informatie krijgen over een cao:
• bij hun eigen bedrijf (de personeelsafdeling);
• bij hun vakbond.

Slide 17 - Slide

Voorbeeld loonschaal. (loonschalen zijn genummerd van 1 tot met 13. Op de verticale as staan de periodieken genummerd van 1 tot met 15)
Welk loon hoort bij loonschaal 5 peridodiek 3 ?
Kijk je bij de bovenste rij nummer 5. 
Daarna ga je naar periodiek 3. 
Lees je in de tabel € 2.246,--

Slide 18 - Slide

Bovenop je loon kun je ongeregelmatigheidstoeslag ontvangen.

betreft weekenden werkt, in de nacht of s'avonds.




€ 1.250,-      Salaris

(€   250,-       Overuren of onregelmatigheidstoeslag

---------------

€ 1.500,-


Slide 19 - Slide

Rekensom
Maandloon
Vakantiegeld 8%
Eindejaarsuitkering 5%
€ 1.500
Maandloon € 1.500
Vakantiegeld 8%
€ 1.500 : 100  x 8 = € 120 (per maand)
per jaar € 120 x 12 = € 1.440
Maandloon € 1.500
Eindejaarsuitkering 5 %
€ 1.500 : 100 x 5 = € 75 ( per maand) moet zijn per jaar
per jaar € 75 x 12 = € 900

Slide 20 - Slide

Huiswerk
  • Maken opdrachten hoofdstuk 7 paragraaf 4

  • Lees de theorie op bladzijde 89
  • Maak de opdrachten 1 t/m 10

Slide 21 - Slide

opdrachten maken

Slide 22 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 23 - Slide

Oefenen
Introductie en toepassingsvragen

Slide 24 - Slide

David (24 jaar) is beveiligingsmedewerker. 
Hij werkt bij SecuCare bv, een beveiligingsbedrijf.

Gebruik afbeelding 23. David werd drie jaar
 geleden bij SecuCare aangenomen. Welke functie wilde hij het liefst hebben, beveiliger A of B? 

Slide 25 - Slide

David kreeg niet de functie die hij graag wilde. Wat kan hier de reden voor zijn?

Slide 26 - Open question

Stel, David vraagt een verlof dag aan om een cursus te gaan volgen. Waar is geregeld of hij wel of niet recht heeft op een verlofdag?
A
AOW
B
Arbowet
C
CWA
D
CAO

Slide 27 - Quiz