Argumenteren (basis)

Argumenteren
Win elke discussie met je ouders!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Argumenteren
Win elke discussie met je ouders!

Slide 1 - Slide

Standpunt
Als je een standpunt over iets inneemt, dan geef je je mening over die zaak. 

Slide 2 - Slide

3 soorten
Positief standpunt
Negatief standpunt 
Standpunt van twijfel 

Slide 3 - Slide

Verzin een positief standpunt over je hobby

Slide 4 - Open question

Verzin een negatief standpunt over de toetsweek

Slide 5 - Open question

Verzin een standpunt van twijfel over je docent Nederlands

Slide 6 - Open question

Argumenten 
Met een argument kun je je eigen standpunt verdedigen of het standpunt van een ander aanvallen.

Slide 7 - Slide

Aan welke signaalwoorden herken je een argument?

Slide 8 - Mind map

Objectief en subjectief
Gebaseerd op een feit (waar of onwaar).
Gebaseerd een niet-feitelijke uitspraak. 

Slide 9 - Slide

Geef een objectief argument voor de stelling: 'het Kalsbeek College is een goede school'.

Slide 10 - Open question

Geef een subjectief argument voor de stelling: 'het Kalsbeek College is een goede school'.

Slide 11 - Open question