Dag 5 - bellen en mailen - roze

• NT2
• Basisschool
• Groep 1

Thema 3 Bellen en mailen

's ochtends

• tijdens de ochtend
• tijd tussen 6:00 en 12:00
• het eerste dagdeel van de dag
• zin: Ik wordt 's ochtends om 7:00 wakker.

de opdracht

• taak die je krijgt
• moet je maken of doen
• de opdracht - de opdrachten
• zin: Ik maak morgen twee opdrachten.
• zin: De opdracht is klaar. 

de plaats

• een plek 
• waar je bent
•  de plaats - de plaatsen
• zin: Ik zit op deze plaats.
• zin: Den Helder is een goede plaats om te wonen.

de reden

• antwoord op een vraag 
•  waarom doe je iets?
• waarom gebeurt er iets?
• de reden - de redenen
• zin: Hij heeft geen goede reden waarom hij te laat is.

de regel

• wat mag je wel doen?
• wat mag je niet doen?
• afspraak
• de regel - de regels 
• zin: De regel is: geen muts op in de klas.

(de) rest

• dat wat overblijft 
• rest - restje
• zin: Ik neem de rest mee.
• zin: De rest van de klas is leeg.
• zin: Er is nog een restje over.

Maak een goede zin met het woord:
'opdracht'.

Hoe noem je een taak die je krijgt?

1. een som
2. een plaats
3. een keer
4. een opdracht

In de klas heeft iedereen een eigen ..........................

1. docent
2. fiets
3. ochtend
4. plaats

Maak een goede zin met het woord: 'plaats'

Wat is een regel in de klas?

Een ander woord (synoniem) voor 'regel' ..........

1. zegsel
2. afspraak
3. vertellen
4. praatje

Waar is de ................ van de klas?

1. rest
2. samen
3. reden
4. regel

In de pan zit nog een ..........

1. regel
2. reden
3. restje
4. plaats

Er zijn vier dagdelen. Wat is de goede volgorde?
1: 's morgens, 's nachts, 's middags, 's avonds
2: 's morgens, 's middags, 's avonds, 's nachts

1. 1
2. 2

Ik ontbijt ......................

1. 's avonds
2. 's nachts
3. 's ochtends
4. 's middags

Je bent te laat op school.
Wat is een goede reden?

00:00-06:00

06:00-12:00

12:00-18:00

18:00-24:00/00:00

's middags

's avonds

's nachts

's ochtends