Module A2, thema de zorgvrager in de thuissituatie, DM

Module A2

Thema: de zorgvrager in de thuissituatie

De zorgvrager met Diabetes Mellitus

Programma

• Terugblik vorige les; nierinsufficiëntie
• Voorkennis Diabetes
• Authentieke situatie 'een zorgvrager met diabetes

Verdieping in Diabetes Mellitus (opdracht voorlichting geven)

• Vooruitblik - sleutelbegrippen toets
• Vragen oefenopdrachten
• Afronding/Huiswerk

Wat is de belangrijkste functie van de nieren?

1. Productie van insuline
2. Filtratie van bloed en productie van urine
3. Regulatie van lichaamstemperatuur
4. Productie van rode bloedcellen

De buitenste laag van de nier wordt ........... van de nier genoemd

1. het niermerg
2. de nierschors
3. het nierkapsel
4. het niervlies

Ligging van de nieren;
De rechter nier ligt iets lager dan de linker nier

1. Juist
2. Onjuist

Je nieren filteren je bloed, hoe heten de filters in de nieren?

1. Neuronen
2. Neuronitis
3. Nefronen
4. Nefrontalis

Wat is een veelvoorkomend symptoom van nierinsufficiëntie?

1. Verhoogde urineproductie
2. Gezwollen enkels en voeten
3. Verhoogde eetlust
4. Verhoogde energie

Welke van de volgende stoffen wordt normaal gesproken niet in de urine gevonden?

1. Water
2. Glucose
3. Ureum
4. Creatinine

Wat is een mogelijke oorzaak van acute nierinsufficiëntie?

1. Chronische hoge bloeddruk
2. Plotseling ernstig bloedverlies
3. Diabetes mellitus
4. Langdurige medicatiegebruik

Hoeveel bloed stroomt er gemiddeld per minuut door de nieren?

1. 1,5 liter
2. 1 liter
3. 500 ml.
4. 750 ml.

Wat is de rol van renine in het RAAS systeem?

1. Het verhoogt de bloeddruk door vasodilatatie
2. Het zet angiotensinogeen om in angiotensine I
3. Het stimuleert de afgifte van aldosteron
4. Het vermindert de natriumretentie in de nieren

Thema 2: De zorgvrager in de thuissituatie

Diabetes Mellitus

Insuline wordt aangemaakt in de ..

1. pancreas
2. hepar
3. colon
4. ureter

Diabetes is een..

1. Niet-chronische stofwisselingsziekte
2. Chronische stofwisselingsziekte

Hoeveel vormen van diabetes zijn er?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

1. Bij diabetes mellitus type 2 is het lichaam minder gevoelig geworden voor insuline.

2. Bij diabetes mellitus type 1 is er sprake van een absoluut tekort aan insuline

1. 1 is waar, 2 is niet waar
2. 1 is niet waar, 2 is waar
3. Beide stellingen zijn niet waar
4. Beide stellingen zijn waar

Een hypoglycaemie betekent dat de zorgvrager een te hoge bloedsuiker heeft.

1. Waar
2. Niet waar

Op welke manier wordt insuline toegediend?

1. Intramusculair
2. Intraveneus
3. Subcutaan
4. Rectaal

Diabetes betekent letterlijk:

1. suikerziekte
2. mierzoete doorstroming
3. ouderdomssuiker
4. zoete ziekte

Insuline is een...

1. Hormoon
2. Medicijn
3. Voedingsstof
4. Afbraakproduct

Wanneer is sprake van een hypoglycaemie?

1. glucosewaarde in het bloed onder de 7 mmol/l
2. glucosewaarde in het bloed onder de 6 mmol/l
3. glucosewaarde in het bloed onder de 5 mmol/l
4. glucosewaarde in het bloed onder de 4 mmol/l

Authentieke situatie

Ga in subgroepen aan de slag met de authentieke situatie:

1. Bestudeer de literatuurbijlage over het ziektebeeld Diabetes Mellitus en /of de PowerPoint
2. Lees de casus over Dhr. Hancho
3. Beantwoord de vragen
4. Maak een voorlichtingsplan voor het gesprek met dhr. en zijn zoon
5. Kies vervolgens één van de opdrachten:

• Speel het gesprek met dhr. en zijn zoon na voor de groep of neem het op
• Maak een (creatieve) infographic, poster of presentatie over diabetes. Presenteer het ziektebeeld i.r.t. leefstijladvies en mogelijke complicaties aan de groep.

Nabespreking

• Nabespreken vragen 
• Presentaties/Gesprekken

Voorbereiding toets 

Week 2, formatieve toets over thema 1 en 2:

• Sleutelbegrippen
• Toets zal open staan  van 8 november 8:00 uur  tot 17 november 23:00 uur
• 2 pogingen
• Theorie uit ThiemeMeulenhof, PowerPoint, Verpleegkundig Vademecum

Volgende week...

Hypo en hyperthyroïdie:

Neem de ingesproken presentatie door