Les 1 - Argumenten

   Schrijfvaardigheid
Argumenteren
Les 1
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

   Schrijfvaardigheid
Argumenteren
Les 1

Slide 1 - Slide

Wat weet je al?

Je kent de theorie van het onderdeel
Argumentatie
§ 19 t/m 23 van het boek

Slide 2 - Slide

Voorbereiding

Je hebt de theorie op blz. 63 doorgenomen

Slide 3 - Slide

Doel van de les

Aan het eind van deze les ken je het
verschil tussen betoog en beschouwing
en kun je bepalen of een argument sterk of zwak is.

Slide 4 - Slide

Lesindeling

  • Verschil betoog / beschouwing
  • Argumenteren, theorie
  • Sterke argumenten
  • Literatuur tips

Slide 5 - Slide

Verschil tussen betoog en beschouwing

- Doel
- Structuur
- Eigen mening

Slide 6 - Slide

Theorie argumenteren
  • Ethisch en onethisch overtuigen
  • Retorica 
  • Argumentatiestructuren
    Enkelvoudige, nevenschikkende en
    onderschikkende argumentatie
  • Tekststructuren (blz 63)

Slide 7 - Slide

Tekststructuur

Welke twee van de op blz. 63 genoemde tekststructuren passen het beste bij een beschouwing?

Slide 8 - Slide

(Sterke) argumenten
Je hoort een stelling.

Bedenk voor jezelf een argument
en schrijf het op. 
Doe dat als volgt:

Slide 9 - Slide

  1. Argument
  2. Uitleg:
    a. Waarom klopt je argument?
    b. Waarom is het effect van je argument belangrijk?
  3. Voorbeeld

Slide 10 - Slide

Voorbeeldstelling

Nederland moet plaatsmaken voor de wolf.

Slide 11 - Slide

Voorbeeldargument (tegen)
  • A: Dan is er risico op meer ongelukken
  • U1: Waarom zorgt het voor meer ongelukken?
    Want als de wolf meer ruimte krijgt, zal de populatie stijgen en zullen er meer mensen in aanraking komen met wolven.
  • U2: Waarom is het belangrijk dat dit niet gebeurt?
    Bij confrontaties tussen mensen en wolven zijn al
    meerdere ongelukken gebeurd.
  • V: In het eerste kwartaal van 2024 zijn al 267 incidenten gemeld.

Slide 12 - Slide

Stelling 1

Toerisme naar landen met een dictatoriaal regime moet geheel verboden worden.

Slide 13 - Slide

Stelling 2

Algoritmisch gegenereerde persoonlijke 'feeds' moeten worden verboden op sociale media waar jongeren gebruik van maken.

Slide 14 - Slide

(Sterke) argumenten

Wanneer is een argument sterk en
dus goed bruikbaar?

Slide 15 - Slide

(Sterke) argumenten

  • zijn gebaseerd op feiten of
  • zijn gebaseerd op onderzoek en wetenschap of
  • zijn gebaseerd op gezag

Slide 16 - Slide

Lesdoel behaald?
Je kent 
- het verschil tussen betoog en beschouwing
en je kan 
- bepalen of een argument sterk of zwak is.

Slide 17 - Slide

Tips Literatuur niveau 1
De afwijking (coming out)
Komt een vrouw bij de dokter (terminale ziekte)
Ma (alzheimer)
Match (orgaandonatie)






Slide 18 - Slide

Tips Literatuur niveau 2
De belofte van Pisa (veranderen van je milieu)
De laatste zaterdag (oude vriendschappen)
De zesde mei (moord op Pim Fortuyn)
Het moois dat we delen (vooroordelen)
Schemerleven (buitenechtelijk kind)




Slide 19 - Slide

Tips Literatuur niveau 3
Beste mevrouw Eva (familiedrama)
De menseneter (surrealistisch)
En we noemen hem (familieverleden)





Slide 20 - Slide

Tips Literatuur niveau 4

De aanslag (oorlogstrauma)
Siegfried (Hitler)



Slide 21 - Slide