taal hoofdzin bijzin

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

taal 

hoofdzin bijzin

Nadat Wies naar de kapper was geweest, ging ze bij haar oma langs.

Wat is de hoofdzin?

1. Nadat Wies naar de kapper was geweest
2. ging ze bij haar oma langs.
3. allebei

Wies gaat graag naar haar oma, omdat ze daar altijd leuke dingen mag doen.

Wat is de hoofdzin?

1. Wies gaat graag naar haar oma
2. omdat ze daar altijd leuke dingen mag doen
3. allebei

Vandaag neemt Wies een cadeautje mee, want oma is jarig

Wat is de hoofdzin?

1. Vandaag neemt Wies een cadeautje mee
2. want oma is jarig
3. allebei

Omdat haar broertje ziek is, kan hij niet mee naar de verjaardag.

Wat is de hoofdzin?

1. Omdat haar broertje ziek is
2. kan hij niet mee naar de verjaardag
3. allebei

Alex traint veel, zodat hij later profvoetballer kan worden.

Wat is de hoofdzin?

1. Alex traint veel
2. zodat hij later profvoetballer kan worden
3. allebei

Hoewel ik het hem drie keer gevraagd had, was hij het alsnog vergeten.

Wat is de hoofdzin?

1. Hoewel ik het hem drie keer gevraagd had
2. was hij het alsnog vergeten

Mijn moeder zei dat ik als baby altijd aan het lachen was.

Wat is de hoofdzin?

1. Mijn moeder zei
2. dat ik als baby altijd aan het lachen was
3. allebei

Mijn moeder hielp mij altijd met Engels, omdat ik dat erg moeilijk vond.

Wat is de hoofdzin?

1. Mijn moeder hielp mij altijd met Engels
2. omdat ik dat erg moeilijk vond.
3. allebei

Ik moet morgen naar de tandarts, want ik heb kiespijn.

Wat is de hoofdzin?

1. Ik moet morgen naar de tandarts
2. want ik heb kiespijn
3. allebei

Julia blijft thuis, omdat het heel hard regent.

Wat is de hoofdzin?

1. Julia blijft thuis
2. omdat het heel hard regent
3. allebei

Als we in Parijs zijn, wil ik graag wat kledingwinkels bezoeken.

Wat is de hoofdzin?

1. Als we in Parijs zijn
2. wil ik graag wat kledingwinkels bezoeken
3. allebei

Ik weet natuurlijk niet of we daar de tijd wel voor krijgen.

Wat is de hoofdzin?

1. Ik weet natuurlijk niet
2. of we daar de tijd wel voor krijgen
3. allebei

Ik ben nu al zenuwachtig, hoewel we pas over twee maanden vertrekken!

Wat is de hoofdzin?

1. Ik ben nu al zenuwachtig
2. hoewel we pas over twee maanden vertrekken!
3. allebei