Hoofdstuk 2 - VWO 1

Welkom
1 / 36
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom

Slide 1 - Slide

Planning
1. Leerdoelen
2. Uitleg nieuwe hoofdstuk
3. Zelfstandig werken en huiswerk controle
4. Uitleg oefentoets

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 2.1
1. Je leert natuurlijke getallen opsplitsen in duizendtallen, honderdtallen en eenheden.
2. Je leert de tekens < en >

Slide 3 - Slide

Natuurlijke getallen


Slide 4 - Slide

Natuurlijke getallen


Slide 5 - Slide

Natuurlijke getallen

Grote getallen:

honderd                          100
duizend                           1 000
tienduizend                   10 000
honderdduizend         100 000
miljoen                             1 000 000
miljard                              1 000 000 000

Slide 6 - Slide

< en >

3 .... 5
10 .... 20
25 .... 12,5
16 .... 16

Slide 7 - Slide

Huiswerk
Maak 2.1

Klaar? Ga leren voor de oefentoets (hoofdstuk 1)

Slide 8 - Slide

Welkom

Slide 9 - Slide

Planning 2.2
1. Leerdoelen
2. Uitleg en samen oefenen
3. Zelfstandig werken

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
- Je leert wat delers en veelvouden zijn
- Je leert wat priemgetallen zijn

Slide 11 - Slide

Deelbaar en delers

15 is deelbaar door 3, want er komt 5 uit. (15 : 3 = 5)

15 is niet deelbaar door 2, want er komt 7 rest 1 uit. 

Het getal waardoor je deelt is de deler. In dit geval is dat 3 en 2.

Slide 12 - Slide

Veelvouden

Veelvouden is kort om de tafel van ...


Voorbeeld

Veelvouden van 7 zijn:

14, 21, 28, 35, 42, 49, 63, 70, maar ook 700, 721, en ga zo maar door.

Slide 13 - Slide

oneven en even


Even getallen zijn deelbaar door 2

Oneven getallen zijn niet deelbaar door 2

Slide 14 - Slide

Priemgetallen

Priemgetallen zijn alleen deelbaar door 1 en zichzelf.

Voorbeelden priemgetallen:
2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, enzovoort

Geen priemgetallen

4 is geen priemgetal, want dat is ook deelbaar door 2.

6 is geen priemgetal, want dat is ook deelbaar door 2 en 3.

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
Maak 2.2

Slide 16 - Slide

Welkom

Slide 17 - Slide

Planning 2.3
1. Leerdoelen
2. Uitleg en samen oefenen
3. Zelfstandig werken

Slide 18 - Slide

Leerdoelen
- Je leert hoe je breuken met elkaar vergelijkt
- Je leert hoe je breuken vereenvoudigd
- Je leert een nieuw teken

Slide 19 - Slide

Breuken

Slide 20 - Slide

Breuken vergelijken

1. Als twee breuken dezelfde noemer hebben, dan is de breuk met de grootste teller de grootste breuk.

2. Als twee breuken dezelfde teller hebben, dan is de breuk met de kleinste noemer de grootste breuk.
Voorbeeld

Slide 21 - Slide

Breuken vergelijken

1. Als twee breuken dezelfde noemer hebben, dan is de breuk met de grootste teller de grootste breuk.

2. Als twee breuken dezelfde teller hebben, dan is de breuk met de kleinste noemer de grootste breuk.
Oefenen

Slide 22 - Slide

Breuken vereenvoudigen

Sommige breuken kun je vereenvoudigen door de teller en noemer door hetzelfde getal te delen.
Voorbeeld

Slide 23 - Slide

Breuken vereenvoudigen

Sommige breuken kun je vereenvoudigen door de teller en noemer door hetzelfde getal te delen.
Oefenen

Slide 24 - Slide

Nieuwe teken





'is ongelijk aan'
Voorbeeld


3             5

10          2


Slide 25 - Slide

Zelfstandig werken
Maak: 2.3

Slide 26 - Slide

Welkom

Slide 27 - Slide

Planning
1. Leerdoelen
2. Uitleg en samen oefenen
3. Zelfstandig werken

Slide 28 - Slide

Leerdoelen
- Je leert hoe je een breuk als een decimaal getal schrijft.
- Je leert hoe je een decimaal getal afrondt. 

Slide 29 - Slide

Decimale getal

Decimale getallen zijn getallen met een komma:

3,5 of 3,2837
Oefenen

Slide 30 - Slide

Breuken omzetten

Veel voorkomende:

Slide 31 - Slide

Breuken omzetten

Niet veel voorkomende:


Oefenen

Slide 32 - Slide

Decimale getallen afronden

Rond het getal 2,83746 af op 2 decimalen.

Slide 33 - Slide

Decimale getallen afronden

Rond het getal 3,93485 af op 2 decimalen.

Slide 34 - Slide

Decimale getallen afronden

Rond het getal 3,93485 af op 2 decimalen.
Oefenen

Slide 35 - Slide

Zelfstandig werken
Maak 2.4

Slide 36 - Slide