Quiz grammatica TH1C

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Wat is de persoonsvorm?
Wie heeft Theo gezien?

1. Wie
2. heeft
3. Theo
4. gezien

Wat is de persoonsvorm?
Hoe laat is het?

1. hoe
2. laat
3. is
4. het

wat is het werkw. gezegde?
Ik eet een appel.

1. ik
2. eet
3. een appel

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De man had een oude boom gekapt.

1. de man
2. had
3. gekapt
4. had gekapt

Wat is het wg?
Ik wil een appeltaart bakken

1. wil
2. bakken
3. wil bakken
4. een appeltaart

Wat is het wg?
Hij belt je morgen wel weer terug.

1. hij
2. belt
3. belt morgen
4. belt terug

Wat is het wg?
Vader is een brood aan het bakken

1. is
2. is bakken
3. is aan het bakken
4. is een brood aan het bakken

Wat is het wg?
Hij probeert mij steeds te verwijderen.

1. Probeert
2. verwijderen
3. probeert verwijderen
4. probeert te verwijderen

Wat is het wg?
Ik had gisteren willen gaan stemmen.

1. had
2. had willen
3. had willen stemmen
4. had willen gaan stemmen

Hoe vind ik een persoonsvorm?

1. vraagzin maken
2. getal veranderen
3. tijdsproef
4. Alle drie, maar c is de beste

Wie / wat + wg = ond
In welke zinnen staat geen onderwerp?

Hoe vind je het onderwerp?

1. Wie doet wat
2. wie / wat + pv
3. Wie / wat + wg
4. Alle ww in de zin

Wie / wat + wg = ond
Maar er is nog een manier, de onderwerpsproef. Leg deze eens uit?

En nu verder met de weektaak

Klaar? Lekker wat voor jezelf doen!