Infinitief/ hele werkwoord

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• HBO
• MBO

Lesdoel

1. Ik weet een infinitief is.
2. Ik kan het infinitief vinden in een zin.

Het infinitief

- altijd een werkwoord

- het hele werkwoord

- wij-vorm van een werkwoord

- woordenboekvorm

- veranderd niet in de verleden tijd

wat is het infinitief in deze zin:

De bakker op de hoek kan heerlijke taarten bakken.

wat is het infinitief in deze zin:

Morgen sjouwen we met zware dozen voor de verhuizing.

wat is het infinitief in deze zin:

Door het slechte weer zwemmen er geen toeristen in de zee.

wat is het infinitief in deze zin:

De acteurs geven de gewonnen prijs aan een fan.

wat is het infinitief in deze zin:

Denk je dat zij volgend jaar de wedstrijd zullen winnen?
(let op hier zijn er twee)

wat is het infinitief in deze zin:

Manouk en Silas kunnen inmiddels aantonen dat zij geslaagd zijn.
(let op hier zijn er twee)

wat is het infinitief in deze zin:

Morgen aanschouwen de grootouders het toneelstuk van groep 8.

wat is het infinitief in deze zin:

Wil je deze brief morgen bij de tandarts afgeven?

wat is het infinitief in deze zin:

Leon en Dirk bedenken een nieuw spel voor kinderen tot 12 jaar.

wat is het infinitief in deze zin:

De oude horloges staan al maanden stil

wat is het infinitief in deze zin:

Op de beurs presenteren de uitvinders hun fantastische uitvindingen.

wat is het infinitief in deze zin:

Mogen we doorgaan met taal?
(let op: hier zijn er twee)

wat is het infinitief in deze zin:

Josh en Wesley schitteren op het grote podium in de hal.

wat is het infinitief in deze zin:

In de ochtend gaan we met de hele klas gezamenlijk ontbijten.
(let op hier staan er twee)

wat is het infinitief in deze zin:

Zien jullie die rode luchtballon daar?

wat is het infinitief in deze zin:

Zij praten ook altijd door elkaar heen!

wat is het infinitief in deze zin:

Meester Kees en juf Nienke lopen hand in hand.

wat is het infinitief in deze zin:

de buren geven mijn ouders een cadeaubon voor het tuincentrum.

wat is het infinitief in deze zin:

Snappen Bodhi en Sven de taalopdrachten uit het werkboek?

wat is het infinitief in deze zin:

Vanaf nu kunnen alle klanten de nieuwe producten in de webshop bestellen.
(let op: hier zijn er twee)

Ik weet wat een infinitief is

ja

bijna

ik wil nog extra oefenen

Ik kan het infinitief vinden

ja

deels

nee

Dit vond ik leuk aan de les.