Ma 14 oktober Werkwoordsvormen

Werkwoordsvormen
Grammatica Blok 2
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoordsvormen
Grammatica Blok 2

Slide 1 - Slide

Grammatica - werkwoordsvormen

Hoe zat het ook al weer met de werkwoordsvormen : PV, Hele WW of infinitief, VDW?

Slide 2 - Slide

Werkwoordsvormen

Welke werkwoordsvormen ken je?


  1. persoonsvorm
  2. voltooid deelwoord
  3. Infinitief



Slide 3 - Slide

Sleep de werkwoordsvormen naar de goede plek. Ze staan allemaal in de tegenwoordige tijd (pv-tt).
IK
JE/JIJ
WIJ 
werken
doet
ga
loop
reist
zeuren
wordt
vind
zijn

Slide 4 - Drag question

Zal zij de zak chips weggegooid hebben?

Sleep het werkwoord naar de goede werkwoordsvorm toe.
pv
voltooid deelwoord
infinitief
zal
weggegooid
hebben

Slide 5 - Drag question

Sleep het werkwoord naar de bijbehorende werkwoordsvorm.
persoonsvorm tt hij-vorm
persoonsvorm tt wij-vorm
persoonsvorm vt enkelvoud
persoonsvorm vt meervoud
voltooid deelwoord
tegenwoordig deelwoord
vertelt
pestten
veranderd
zou
pesten
lezend

Slide 6 - Drag question

Vorige week heb ik mijn eerste leesboek gekocht.

  Sleep het werkwoord naar de goede werkwoordsvorm toe.
pv
voltooid deelwoord
infinitief
gekocht
heb

Slide 7 - Drag question

    Plaats de werkwoordsvorm in de goede kolom.
infinitief

voltooid deelwoord
glimmen

draaien
gedacht
vragen
gewezen
gefloten
worden
voorspeld
voorspelt
draait

Slide 8 - Drag question

Sleep het werkwoord naar de bijbehorende werkwoordsvorm.
persoonsvorm tt hij-vorm
persoonsvorm tt wij-vorm
persoonsvorm vt enkelvoud
persoonsvorm vt meervoud
voltooid deelwoord
vertelt
pestten
veranderd
zou
pesten

Slide 9 - Drag question

3. Lees de zin hieronder. Zet de juiste werkwoordsvorm bij het bijbehorende werkwoord. 
Let op: er kunnen werkwoordsvormen overblijven. 
Waarom moet jij zo lachen?
persoonsvorm (pv)
voltooid deelwoord
(vd)
hele werkwoord
(hele ww)

Slide 10 - Drag question

Woordenboekvorm. Eindigt vaak op '-en', behalve 'gaan', 'slaan', 'staan', 'zijn'. Deze vorm volgt ook na de woorden 'aan het' en 'te'. 
Begint vaak met 'ge-', maar niet altijd. Verandert niet als de tijd van de zin verandert. Als deze werkwoordsvorm in de zin staat, staat er ook een werkwoordsvorm van 'hebben', 'zijn' of 'worden' in de zin. 
Deze vorm kun je vinden door de zin van tijd te veranderen. Woorden die dan veranderen, zijn deze werkwoordsvorm. 
Persoonsvorm 
Heel werkwoord / Infinitief
Voltooid deelwoord

Slide 11 - Drag question

Huiswerk voor di 15 okt
Maken opdracht 19 t/m 23

Zinsontleding - Werkwoordsvormen
belt (persoonsvorm)
zal bellen (Infinitief of hele werkwoord)
heeft gebeld (voltooid deelwoord)



Slide 12 - Slide