Pathologie Bewegingsapparaat

1 / 53
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke aandoeningen van het bewegingsapparaat kennen jullie ?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn verschijnselen van een fractuur ?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Artrose is een aandoening waarbij het kraakbeen wordt afgebroken en ook het bot onder het kraakbeen vervormt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Artrose kan ontstaan na een gewrichtsontsteking of bij zwakke gewrichtsbanden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bij Artrose ontstaan er geen ontstekingen in het gewricht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn veel voorkomende symptomen bij artrose ?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

RA is een auto-immuunziekte.
Wat betekent auto-immuun ?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Bij reumatoïde artritis ontsteken
alleen de gewrichten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Bij reumatoïde artritis kunnen zich ook klachten voordoen als; koorts en gewichtsverlies
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Wat is fantoom pijn?
A
Pijn aan de wond van de amputatie
B
Pijn in het lichaamsdeel dat geamputeerd is
C
Pijn aan de prothese van de arm/been
D
Pijn tijdens de operatie van een open of gesloten amputatie

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Waarom kan er niet direct na de beenamputatie een prothese aangemeten worden?
A
Wond is na operatie nog te koud, waardoor gewenning niet optimaal zal zijn
B
De stomp is nog gezwollen en de huid is gevoelig
C
Geen van beide antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoe wordt bij een amputatie van het been het amputatieniveau bepaald?
A
Door de plek waar de weefselschade zit
B
Het word tot het eerstvolgende gezonde gewricht geamputeerd
C
De plaats waar na de operatie eventuele prothese kan worden aangebracht
D
Aan patiënt vragen tot welk deel er geamputeerd moet worden

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Oorzaken van amputaties zijn in de meeste gevallen ......
A
Breuk, verzwikte enkel , auto ongeluk
B
Snijwond, suikerziekte, tumor
C
Ontsteking, tumor, bloedvatproblemen
D
Bloedvatproblemen, Suikerziekte, Trauma, Tumor

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Diabetespatiënten hebben grotere kans op amputatie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

spierdystrofie 
  • ziekte van Duchenne
  • ziekte van Becker (milder verloop)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Duchenne spierdystrofie
- Erfelijke spierziekte;
- Progressief verloop;
- Oorzaak: genetische stoornis op het X-chromosoom, waardoor het  eiwit dystrofine, die nodig is voor de stevigheid van spiercellen, niet kan worden gemaakt;
- Hierdoor worden de dwarsgestreepte spieren aangetast 
- (bijna) alleen bij jongens

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Hoe wordt de diagnose duchenne spierdystrofie gesteld?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Duchenne spierdystrofie is ongeneeslijk. Doel van de behandeling is het zo lang mogelijk uitstellen van complicaties, welke behandelingen kunnen hier ingezet worden?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Symptomen:
De eerste symptomen kunnen ontstaan tussen de 18 maanden en 3 jaar en zijn:
  • Algehele spierzwakte: laat kunnen lopen, vaak vallen;
  • Abnormaal dikke kuiten
Latere symptomen:
  • 5-6 jaar: ontwikkelen contracturen, stijfheid gewrichten;
  • 10-12 jaar: voortschrijdende afbraak spieren

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Osteoporose
Amputaties
Spierdystrofie van Duchenne
Spierdystrofie van Becker
Mildere vorm van spierdystrofie
Poreuzer bot
Vooral spieren vlakbij de romp
Een oorzaak: doorbloedingsstoornissen
Fantoompijn
Eerste symptomen tussen 18 maanden en 3 jaar
Verlies spiermassa
Botbreuken

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

Vormen van ALS
  • Bulbaire vorm:
    de ALS begint in het mond- en keelgebied. De zorgvrager heeft moeite met spreken (articulatie) en eten en drinken (slikproblemen). Vrij snel treedt ook spierzwakte van ademhalings- en nek- en gezichtsspieren op. 

  • Primaire vorm:
    de ALS begint bij de benen, meestal met spasticiteit en spierstijfheid, gevolgd door krachtsverlies van de beenspieren. Later breidt de ziekte zich uit naar boven: armen, handen, mond- en keelgebied (spraak- en slikstoornissen).

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Verschijnselen ALS

Slide 38 - Mind map

This item has no instructions

Je moet alert zijn op het ontstaan van decubitus bij zorgvragers met ALS.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Vormen van ALS (erfelijkheid)
  • SALS (sporadische ALS).
    Hierbij is geen sprake van een erfelijk/familiaal verband (geen genetische oorzaak), het komt toevallig bij de zorgvrager voor. Ongeveer 90 % van de zorgvragers met ALS heeft deze vorm.

  • FALS (familiaire ALS). 
    Meerdere familieleden lijden of leden aan ALS.

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Wat is juist bij ALS?
A
De meeste zorgvragers met ALS krijgen last van sensorische stoornissen.
B
De blaas- en darmfunctie van zorgvragers met ALS blijven onaangetast.
C
Een zorgvrager met ALS heeft in rust voortdurend last van ongecontroleerde spiertrekkingen.
D
Zorgvragers met ALS krijgen cognitieve problemen.

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn hoofdzakelijk de klachten bij een bulbaire vorm van ALS?
A
Begint bij de benen.
B
De beenspieren verliezen hun kracht.
C
Breidt zich later uit naar armen, handen, mond- en keelgebied.
D
Ademhalings-, nek- en gezichtsspieren worden steeds zwakker.

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Als de zorgvrager een slechte hoofdbalans heeft, ondersteun je zijn hoofd tijdens de verzorging.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Alle zorgvragers met ALS worden uiteindelijk kunstmatig beademd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Als een zorgvrager niet meer kan praten, kun je door het stellen van gesloten vragen achterhalen wat hij wil.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Spasticiteit
Geen ziekte, maar een verschijnsel. 

Spasme is een ongecontroleerde samentrekking van een spier. 

Zoek samen naar welke ontspanning kan helpen. 

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Spasticiteit
Bij spasticiteit zijn bepaalde spieren overactief. Hierdoor ontstaan strakgespannen, stijve spieren en onwillekeurige samentrekkingen (spasmen).

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Spasticiteit
Verstoorde slikfunctie
Niet kunnen sluiten van de lippen.
Tong niet tegen gehemelte aankrijgen. 

Mondverzorging
Cliënten met spasticiteit kunnen de mond moeilijk op een natuurlijke manier reinigen.

Urineren
Het kan voorkomen dat door een spasme een spontane lediging van de blaas optreedt.
Het tegenovergestelde: door een spasme is het dan niet mogelijk te urineren.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Wanneer ontstaat spasticiteit?
Spasticiteit ontstaat wanneer een belangrijke baan van de hersenen naar het ruggenmerg zijn werk niet goed kan doen. Deze baan wordt de piramidebaan genoemd. De piramidebaan kan niet goed aangelegd zijn of op latere leeftijd beschadigd raken.

Dit kan bijvoorbeeld ontstaan na een CVA                                                                                                        
      Een Hersentumor of bij een auto-immuunziekte                                                                                                                                                             

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Behandeling spasticiteit
  • Medicatie (spasmolytica)
  • Botox (vlokkeert de neurostransmitters zenuw -> spier)
  • Orthopedische operaties
  • Logopedie

Slide 50 - Slide

Doorsnijden spieren om contracturen op te heffen
dijbeenkop verwijderen om pijn op te heffen
kniegewricht in betere stand
Beweeglijkheid gewrichten verbeteren (peesverlenging)
Bij spasticiteit is er sprake van een extra sterke samentrekking van spieren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

2. Anniek schaart met haar benen door haar spasticiteit. Wat zijn mogelijke gevolgen van het scharen van de benen?

Slide 52 - Open question

This item has no instructions

Slide 53 - Slide

This item has no instructions