Adverb & Adjectives & Present perfect

Welcome back
-Wanneer de docent of een klasgenoot aan het woord is ben ik stil.
-Ik heb respect voor mijn docent en klasgenoten.
-Ik heb mijn spullen in orde (boek, schrift & pen)
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welcome back
-Wanneer de docent of een klasgenoot aan het woord is ben ik stil.
-Ik heb respect voor mijn docent en klasgenoten.
-Ik heb mijn spullen in orde (boek, schrift & pen)

Slide 1 - Slide

Today
*Lesson goal: I can use the present perfect and the past simple correctly and know the difference between the two.
*What do you know already? (5 min)
*Check your homework (10 min)
* Worksheet (Together, 15 min)
*Listening comprehensive 
*Evaluation

Slide 2 - Slide

PAST SIMPLE & PRESENT PERFECT 

Slide 3 - Slide

Wanneer gebruik je de Past Simple?
Bij activiteiten/gebeurtenissen in het verleden
die afgelopen zijn.
Vaak staat er bij wanneer iets gebeurde.

I broke my leg in 2014
I met my boyfriend last summer


Slide 4 - Slide

Past simple
Vorm:
Regelmatige ww: + ed
Onregelmatige ww: 2e rijtje
To see - saw - seen

Slide 5 - Slide

Wanneer gebruik je de Present Perfect?

1. bij gebeurtenissen in het verleden die nu nog bezig zijn
2. bij ervaringen tot nu toe 
3. je merkt nu resultaat van acties in het verleden

1. I can't run, I have broken my leg. (been nog steeds gebroken)
2. I have known him for 5 days. (je kent hem nog steeds)
3. I have been to London six times. (ervaring)

Slide 6 - Slide

Present Perfect
Vorm:
to have (has of have) + VD
VD regelmatige ww: + ed
VD onregelmatige ww: 3e rijtje
(To write - wrote - written)

Slide 7 - Slide

signaalwoorden : past simple

- yesterday
- in ....(jaartal)
the other day/ week
earlier
on...(dag) (bijv on Monday)
ago ( bijv. three weeks ago)
last  (week) (year)

signaalwoorden: present perfect
- for 
- yet
- never 
-ever 
-just
- already 
- since 
- so 
- still
- now 

Slide 8 - Slide

Welcome back
-Wanneer de docent of een klasgenoot aan het woord is ben ik stil.
-Ik heb respect voor mijn docent en klasgenoten.
-Ik heb mijn spullen in orde (boek, schrift & pen)

Slide 9 - Slide

adverbs & adjectives

Slide 10 - Slide

een bijvoeglijk naamwoord/Adverb
Zegt iets over een 
zelfstandig naamwoord
  • mens
  • dier
  • plant
  • ding
VB
  • de spannende film
  • de mooie actrice
  • het nieuwe theater

Slide 11 - Slide

een bijwoord/Adjective
zegt iets over een 
werkwoord
dus hoe je iets doet
VB
  • de actrice speelt goed
  • het meisje zingt mooi
  • de stuntman springt hoog

Slide 12 - Slide