3km2 10/01/2023

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Adverbs & Adjectives

Bijwoorden & Bijvoegelijke naamwoorden

Adjective - Adverb

Adjectives omschrijven iets of iemand:

De mooie auto.            The nice car.

De grappige film.        The funny movie. 

Adverbs omschrijven hoe iets gebeurd:

My parents are talking Angrily.

My cat waits impatiently on his food. 

Adjectives = bijv nw

Een bijvoeglijk naamwoord gebruik je om iets of iemand 

te omschrijven. Een bijvoeglijk naamwoord wordt vaak gevolgd door een zelfstandig naamwoord.

That is an amazing girl.

We all love that funny movie.

I think he is a terrible teacher.

Adverb = Bijwoord

Een bijwoord gebruik je om aan te geven HOE iemand iets doet.

Een bijwoord omschrijft vaak een werkwoord, maar ook een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of de hele zin.

                                                                                    Mary sings wonderfully.

                                                     My grandparents talk incredibly loudly.

                            I am eating an amazingly delicious steak right now.

                                                         Hopefully, she will call me back later.

Adjective - Adverb

Adjectives omschrijven iets of iemand:

De mooie auto.            The nice car.

De grappige film.        The funny movie. 

Adverbs omschrijven hoe iets gebeurd:

My parents are talking Angrily.

My cat waits impatiently on his food. 

He is a great player.
Is great een adjective of een adverb?

1. Adjective
2. Adverb

That is a nice car!
Is nice een adjective of een adverb?

1. Adjective
2. Adverb

That was a terrible decision!
Is nice een adjective of een adverb?

1. Adjective
2. Adverb

He made that quickly.
Is nice een adjective of een adverb?

1. Adjective
2. Adverb

He made that quickly.
Is nice een adjective of een adverb?

1. Adjective
2. Adverb

Adjectives (Bijvoeglijke naamwoorden) zoals nice, great, fine, clean, big zeggen iets over...

1. zelfstandig naamwoorden
2. hoe iets gebeurd
3. wanneer iets gebeurd
4. iets of iemand

Adverbs(bijwoorden) kunnen een (...) omschrijven.

1. werkwoord
2. ander bijwoord
3. bijvoeglijk naamwoord
4. de hele zin

My grandparents talk incredibly loudly.

Incredibly beschrijft:

1. Werkwoord
2. Ander bijwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. De hele zin

Mary sings wonderfully.

Wonderfully beschrijft:

1. Werkwoord
2. Ander bijwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. De hele zin

Mary sings incredibly wonderfully.

Incredibly beschrijft:

1. Werkwoord
2. Ander bijwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. De hele zin

Peter is an amazingly nice guy.

Amazingly beschrijft:

1. Werkwoord
2. Ander bijwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. De hele zin

Hopefully, she will call me back later.

Hopefully beschrijft:

1. Werkwoord
2. Ander bijwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. De hele zin

Angrily, he called me back earlier.

Angrily beschrijft:

1. Werkwoord
2. Ander bijwoord
3. Bijvoeglijk naamwoord
4. De hele zin

Reading matters.

Bladzijde 174.

Opdracht 62.

Space.

1 minuut voor je mindmap.

Morgen beginnen we met hoofdstuk 4 in deel B van het boek!