5.1 Licht, Schaduw en Spiegels

Deze les: 
  • Leerdoelen
  • Belangrijke woorden 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deze les: 
  • Leerdoelen
  • Belangrijke woorden 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • 5.1.1 Je kunt beschrijven hoe licht en andere vormen van straling zich verspreiden.
  • 5.1.2 Je kunt uitleggen wat er kan gebeuren als licht op een voorwerp valt.
  • 5.1.3 Je kunt het verschil toelichten tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing.
  • 5.1.4 Je kunt de schaduw tekenen van een voorwerp dat door een lichtbron wordt verlicht.
  • 5.1.5 Je kunt uitleggen hoe lichtstralen door een vlakke spiegel worden teruggekaatst.
  • 5.1.6 Je kunt het spiegelbeeld tekenen van een voorwerp dat voor een spiegel staat.
  • 5.1.7 Je kunt tekenen hoe een lichtbundel door een spiegel wordt teruggekaatst.
  • 5.1.8 Je kunt het gezichtsveld tekenen dat iemand via een spiegel kan overzien. [EXTRA] 

Slide 2 - Slide

Schrijf hieronder de "belangrijke woorden" die jij (nog) niet snapt.

Slide 3 - Open question

Je wilt de schaduw van een voorwerp tekenen.

Waar teken je de schaduw?
A
Tussen de hoek van inval en de hoek van terugkaatsing
B
tussen de randstralen
C
tussen hete voorwerp en de lichtbron

Slide 4 - Quiz

Wat geldt er bij spiegelende terugkaatsing?
A
de hoek van inval is even groot als de hoek van terugkaatsing
B
de hoek van inval is groter dan de hoek van terugkaatsing
C
de hoek van in val is kleiner dan de hoek van terugkaatsing

Slide 5 - Quiz

Hoe noem je de lijn die loodrecht op de spiegel staat?
A
de lichtstraal
B
de normaal
C
de randstraal

Slide 6 - Quiz


Een voorwerp kan het licht van een lichtbron absorberen, (...)
en/of weerkaatsen
Wat moet op de (...) staan?
A
doorlaten
B
virtueel
C
diffuse
D
inval

Slide 7 - Quiz

Bij (...) terugkaatsing bewegen de lichtstralen na weerkaatst te zijn, alle kanten op.
Wat moet op de (...) staan?
A
doorlaten
B
diffuse
C
inval
D
hoek

Slide 8 - Quiz

Bij spiegelende terugkaatsing is de hoek van
(...) gelijk aan de (...)
van terugkaatsing.
Wat moet op de (...) staan?
A
doorlaten; hoek
B
inval; diffuse
C
doorlaten; inval
D
inval; hoek

Slide 9 - Quiz


Hoe heet de stippellijn?

Slide 10 - Open question

Hoe heet hoek Alpha?

Slide 11 - Open question

Sleep en geef aan welk symbool de hoek van terugkaatsing is aangeeft.
Dit symbool

Slide 12 - Drag question

Magnetron
Infrarode straling
tv-scherm
Zonnebank
Röntgenstraling

Slide 13 - Drag question

De Ozobot is een speelgoedrobot met een lijnvolgsysteem. Dit systeem zit onder de robot. Hierdoor kan de robot een zwarte lijn volgen. Het lijnvolgsysteem werkt met infraroodlampjes en infraroodsensoren. De lampjes zenden infrarode straling uit. Deze straling wordt door de vloer gedeeltelijk weerkaatst en opgevangen door de sensoren. De straling die op een zwarte lijn valt, kaatst bijna niet terug.

Hoe heet de eigenschap die ervoor zorgt dat de straling die op de zwarte lijn valt, niet terugkaatst?
A
absorberen
B
geleiding
C
schaduwvorming

Slide 14 - Quiz

Sleep de meter naar de plek (a, b, c of d) waar deze de meeste straling opvangt.

Slide 15 - Drag question

Sleep de meter naar de plek (a, b, c of d) waar deze de minste straling opvangt.

Slide 16 - Drag question

Je ziet de schaduw op de muur.
Waar staat de lamp?
A
B
B
C
C
D
D
E

Slide 17 - Quiz

Onthouden
5.1.1 Je kunt beschrijven hoe licht en andere vormen van straling zich verspreiden.
5.1.2 Je kunt uitleggen wat er kan gebeuren als licht op een voorwerp valt.
5.1.3 Je kunt het verschil toelichten tussen spiegelende en diffuse terugkaatsing.
5.1.4 Je kunt de schaduw tekenen van een voorwerp dat door een lichtbron wordt verlicht.
5.1.5 Je kunt uitleggen hoe lichtstralen door een vlakke spiegel worden teruggekaatst.
5.1.6 Je kunt het spiegelbeeld tekenen van een voorwerp dat voor een spiegel staat.
5.1.7 Je kunt tekenen hoe een lichtbundel door een spiegel wordt teruggekaatst.
5.1.8 Je kunt het gezichtsveld tekenen dat iemand via een spiegel kan overzien. [EXTRA] 

Slide 18 - Slide

Hulp
  • Lees de lesstof (nog eens) door 
    In je boek of online NOVA
  • Vraag een klasgenoot

Slide 19 - Slide