- Ik ken de tekens < (is kleiner dan), > (is groter dan) en = (is gelijk aan)
en kan deze gebruiken in sommen.
- Ik kan een breuk omrekenen naar een decimaal getal en op deze
manier breuken met elkaar vergelijken.
- Ik ken bij eenvoudige breuken de decimale getallen.
Slide 3 - Slide
Doelen van deze les
Ik herhaal alles wat ik tijdens het maken
van hoofdstuk 3 heb geleerd.
Ik ben voorbereid op het komende SO.
Slide 4 - Slide
Maak een collage met daarop wat je in hoofdstuk 3 Rekenen hebt geleerd.
Tip: Bekijk de paragrafen 1 voor 1 en zoek hier de belangrijkste informatie op.
Slide 5 - Slide
Maak een (Kahoot) quiz met daarin vragen, die over hoofdstuk 3 Rekenen gaan. De quiz moet uit minimaal 6 vragen bestaan.
Tip: Bekijk de paragrafen 1 voor 1 en zoek hier de belangrijkste informatie op.
Slide 6 - Slide
Maak de vragen die over hoofstuk 3
Rekenen gaan (blz 132 t/m 133).
Heb je vragen stel ze aan de docent.
Ben je klaar?
Vraag de docent om de antwoorden. Kijk de gemaakte vragen met een andere kleur na.
Slide 7 - Slide
Maak een samenvatting van hoofdstuk 3 Rekenen. Je mag zelf weten op welke manier je deze samenvatting maakt. Je kunt hierbij denken aan: een quiz, een collage, een filmpje, foto's, etc.
Tip: Bekijk de paragrafen 1 voor 1 en zoek hier de belangrijkste informatie op.