H 3.5 Groter, kleiner of gelijk

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?


- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Slide

Huiswerk nakijken
Blauwwe snelhechter
Opdr. 37, 38, 41, 43, 45, 
47, 49, 50

1. Zelf nakijken met nakijkboekje
2. Nakijken met de docent

Slide 2 - Slide

Terugblik
- Ik kan gelijknamige breuken bij elkaar optellen en van elkaar afhalen.

- Ik kan helen uit een breuk halen.
- Ik kan niet gelijknamige breuken bij elkaar optellen en van elkaar afhalen.

- Ik kan helen en breuken bij elkaar optellen van elkaar afhalen.

- Ik kan een deel van een geheel uitrekenen.

Slide 3 - Slide




53+51=
A
4/10
B
2/5
C
4/5
D
1 ⅕

Slide 4 - Quiz




8581=
A
6/8
B
6/16
C
3/8
D
4/8 = 1/2

Slide 5 - Quiz



623=
A
3 ⅚
B
4
C
2 11/6
D
23/6

Slide 6 - Quiz




53+43=
A
6/9 = 2/3
B
15/4 = 3 ¾
C
27/20
D
1 7/20

Slide 7 - Quiz



6614121=
A
2 2/18 = 2 1/9
B
2 1/12
C
25/12
D
10 3/12 = 10 1/4

Slide 8 - Quiz


x 400 =

83
A
50
B
1200
C
15
D
150

Slide 9 - Quiz

Doelen van deze les

- Ik ken de tekens < (is kleiner dan), > (is groter dan) en = (is gelijk aan) en kan deze gebruiken in sommen.


- Ik kan een breuk omrekenen naar een decimaal getal en op deze      

  manier breuken met elkaar vergelijken.


- Ik ken bij eenvoudige breuken de decimale getallen.













Slide 10 - Slide

Groter, kleiner of gelijk (blz. 125)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Groter, kleiner of gelijk

   6 .... 9                                                  0,03 .... 0,02

43 .... 34                                                    14 .... 14

Slide 13 - Slide

Groter, kleiner of gelijk
                      Antwoorden
   6 < 9                             0,03 < 0,02

 43 > 34                               14 = 14

Slide 14 - Slide

Groter, kleiner of gelijk (blz. 125 boek)

Maken opgaven 99, 104 en 105          
                                                   
Klaar?                                         
Opgaven 101, 102 en 103                    


<   is kleiner dan
>   is groter dan
=   is gelijk aan
5      <      10
7      >      4
5      =     2 + 3

Slide 15 - Slide

Van breuk naar decimaal getal

Slide 16 - Slide

Van breuk naar decimaal getal (blz. 128 boek)

Maken opgaven 112 en 113

Klaar?
Opgaven 117, 118 en 119


Slide 17 - Slide

Breuken vergelijken

Slide 18 - Slide

Breuken vergelijken (blz. 130 boek)
BK boek blz. 130 
opgaven 120 en 121

KGT boek blz. 126 
opgaven 81 en 82





Dit is handig om te leren:
           ½ = 0,5
           ¼ = 0,25
        1/5 = 0,2
        1/8 = 0,125
      1/10 = 0,1

Slide 19 - Slide

Huiswerk


Opgaven 

100, 106, 107, 120 en 121


KGT boek blz. 126

Opgaven 81 en 82

 






Slide 20 - Slide

Doelen van deze les

- Ik ken de tekens < (is kleiner dan), > (is groter dan) en = (is gelijk aan)

  en kan deze gebruiken in sommen.


- Ik kan een breuk omrekenen naar een decimaal getal en op deze      

  manier breuken met elkaar vergelijken.


- Ik ken bij eenvoudige breuken de decimale getallen.








Slide 21 - Slide