Test je kennis: Hoofdstuk 6

Welke overheid is verantwoordelijk voor het ophalen van het afval in de straat?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijksoverheid
D
Het Rijk
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welke overheid is verantwoordelijk voor het ophalen van het afval in de straat?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijksoverheid
D
Het Rijk

Slide 1 - Quiz

Wat is een taak van de provincie?
A
Aanleg van dijken
B
Jeugd- en ouderenzorg
C
Drinkwatervoorzieningen
D
Uitgeven dan identiteitsbewijzen

Slide 2 - Quiz

De Rijksoverheid wordt bestuurd door de regering. Waaruit bestaat de regering?
A
De Eerste en Tweede Kamer
B
Het kabinet en de ministeries
C
De ministers en de koning
D
De premier en de Tweede Kamer

Slide 3 - Quiz

Door wie wordt de gemeente bestuurd?
A
College van B & W
B
Het kabinet
C
De gemeenteraad
D
De gedeputeerde staten

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Wat is een voorbeeld van een collectieve voorziening?
A
De Brandweer
B
Sportscholen
C
Supermarkten
D
Vliegvelden

Slide 6 - Quiz

De politie hoort bij de (1) sector. Een kapper hoort bij de (2) sector.
A
1. Collectieve 2. Collectieve
B
1. Collectieve 2. Particuliere
C
1. Particuliere 2. Collectieve
D
1. Particuliere 2. Particuliere

Slide 7 - Quiz

Iedereen die de pensioenleeftijd heeft bereikt ontvangt een (1). Dit wordt betaald met (2).
A
1. AOW-uitkering 2. Sociale premies
B
1. AOW-uitkering 2. Belastingen
C
1. WW-uitkering 2. Sociale premies
D
1. WW-uitkering 2. Belastingen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Wie moeten loonbelasting betalen?
A
Alleen bedrijven die winst maken
B
Alleen werknemers die in loondienst zijn
C
Iedereen die in Nederland woont
D
Iedereen met een inkomen of uitkering

Slide 10 - Quiz

Welke belasting is een voorbeeld van een indirecte belasting?
A
Erfbelasting
B
Inkomstenbelasting
C
Omzetbelasting
D
Vennootschapsbelasting

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Door accijnzen worden bepaalde producten (1), hierdoor gaan mensen hiervan (2) kopen.
A
1. Goedkoper 2. Minder
B
1. Goedkoper 2. Meer
C
1. Duurder 2. Minder
D
1. Duurder 2. Meer

Slide 13 - Quiz

In 2023 zijn er 3% meer verkeersboetes uitgedeeld dan in 2022.
Wat zijn de gevolgen voor de overheid?
A
De belastinginkomsten nemen af
B
De belastinginkomsten nemen toe
C
De niet-belastingontvangsten nemen af
D
De niet-belastingontvangsten nemen toe

Slide 14 - Quiz

Volgens de Rijksbegroting is het volgende bekend:
Inkomsten: €425 miljard
Uitgaven: €457 miljard
Welke uitspraak is juist?
A
Er is een begrotingstekort, dus de staatsschuld neemt toe
B
Er is een begrotingstekort, dus de staatsschuld neemt af
C
Er is een begrotingsoverschot dus de staatsschuld neemt toe
D
Er is een begrotingsoverschot, dus de staatsschuld neemt af

Slide 15 - Quiz

Hoeveel de regering verwacht te ontvangen en uit te geven staat in de (1) en wordt verder toegelicht in de (2).
Vul de missende woorden in
A
1. Troonrede 2. Miljoenennota
B
1. Miljoenennota 2. Troonrede
C
1. Miljoenennota 2. Rijksbegroting
D
1. Rijksbegroting 2. Miljoenennota

Slide 16 - Quiz