What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentoets H7
Een andere naam voor de rijksoverheid is.
A
overheid
B
lagere overheid
C
centrale overheid
1 / 30
next
Slide 1:
Quiz
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Een andere naam voor de rijksoverheid is.
A
overheid
B
lagere overheid
C
centrale overheid
Slide 1 - Quiz
Wie regelt de wegen die dorpen en steden met elkaar verbinden?
A
Provincie
B
Waterschap
C
Rijksoverheid
D
Gemeente
Slide 2 - Quiz
Wie regelt de jeugdzorg?
A
Provincie
B
Gemeente
C
Rijksoverheid
D
Waterschap
Slide 3 - Quiz
Waarop heft de overheid accijns?
A
benzine, chocola, kleding
B
sigaretten, frisdrank, kleding
C
alcohol, sigaretten, benzine
D
alcohol, medicijnen, benzine
Slide 4 - Quiz
Wat wil de overheid bereiken met subsidies?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.
Slide 5 - Quiz
Wat wil de overheid bereiken met accijnzen?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Dat het milieu verbetert.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.
Slide 6 - Quiz
Welke sociale zekerheid ontvang je als je werkloos bent geworden?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
ZW
Slide 7 - Quiz
Volksverzekeringen worden betaald met
A
belastingen
B
btw
C
accijns
D
premies
Slide 8 - Quiz
Wat is geen werknemersverzekering?
A
WW
B
ZW
C
WIA
D
AOW
Slide 9 - Quiz
De WW is een werknemersverzekering.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
De AOW leeftijd is de laatste jaren verhoogd. De mensen met de pensioenleeftijd krijgen een AOW-premie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Solidariteitsbeginsel:
Iedereen die werkt moet een deel van zijn inkomen afstaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Waarom privatiseert de overheid sommige activiteiten?
A
Omdat ze dan minder te hoeven regelen.
B
Omdat het niet haalbaar is om de activiteit in overheidshanden te houden.
C
Omdat ze dan hopen dat de consumentenprijzen omlaag gaan.
D
Alledrie de antwoorden zijn goed.
Slide 13 - Quiz
Belasting die je betaalt wanneer je een product koopt is een voorbeeld van .....
A
directe belasting.
B
indirecte belasting.
Slide 14 - Quiz
Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte
Slide 15 - Quiz
Kostprijsverhogende belastingen zijn indirecte belastingen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Een werknemer van een bedrijf betaalt vennootschapsbelasting in plaats van loonbelasting.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Het profijtbeginsel wordt toegepast bij
A
Loonbelasting
B
Wegenbelasting
C
Sociale zekerheid
D
Vermogensbelasting
Slide 18 - Quiz
Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector
Slide 19 - Drag question
Bij het kopen van een ID-kaart wordt uitgegaan van het .......
A
draagkrachtbeginsel
B
profijtbeginsel
Slide 20 - Quiz
Bij welk beginsel helpen de sterken de zwakken?
Slide 21 - Open question
ANW
AOW
Belastingopbrengsten
Bijstand
Sociale
Premies
Kinder
bijslag
WIA
WW
Slide 22 - Drag question
AOW is een
A
Werknemersverzekering
B
volksverzekering
C
sociale voorziening
D
particuliere verzekering
Slide 23 - Quiz
Wat is de AOW?
A
Uitkering die je krijgt als je werkloos bent
B
Uitkering die je krijgt als je oud bent en mag stoppen met werken
C
Uitkering die je krijgt als je niet genoeg loon krijgt
D
Uitkering die je krijgt als je ziek bent en daarom niet kan werken
Slide 24 - Quiz
Iedereen heeft recht op een AOW- uitkering als de AOW-leeftijd bereikt is.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quiz
Voor consumenten is privatiseren nadelig want,
A
De prijs gaat vaak omhoog
B
De belastingen gaan omhoog
C
De uitgaven van de overheid dalen
Slide 26 - Quiz
Wat is privatisering?
A
De overheid koopt een dienst of activiteit van een particulier bedrijf met het idee hier winst me te kunnen maken.
B
De overheid stimuleert particuliere bedrijven om meer mensen in dienst te nemen.
C
De overheid verkoopt een dienst of activiteit aan een bedrijf in de particuliere sector.
D
Het privévermogen van eigenaren van bedrijven in de particuliere sector wordt door de overheid beschermd.
Slide 27 - Quiz
10. Wat is een voordeel van privatiseren ?
A
Er moet winst gemaakt worden dus het kan duurder worden
B
Het aanbod kan afnemen.
C
Niet meer voor iedereen beschikbaar.
D
Het kan goedkoper worden. De kwaliteit kan beter worden. De overheid bespaart geld.
Slide 28 - Quiz
Wat wordt bedoeld met meer 'marktwerking in de zorg'?
A
Dat de kwaliteit van de zorg omhoog gaat
B
Dat de prijzen van de zorg omhoog gaat
C
Dat het eigen risico afgeschaft wordt
D
Er is sprake van meer concurrentie in de zorg
Slide 29 - Quiz
Wat zijn de belangrijkste inkomsten van de overheid?
A
loonbelasting, btw en accijns
B
loonbelasting, btw, motorrijtuigenbelasting
C
loonbelasting, gas opbrengsten, premies
D
loonbelasting, btw en premies
Slide 30 - Quiz
More lessons like this
7.3 Burgers, bedrijven en de overheid
December 2017
- Lesson with
26 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Herhalen H7
May 2024
- Lesson with
31 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
7.4 Hoe komt het Rijk rond?
December 2017
- Lesson with
27 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Inkomstenbelasting BOX 1
January 2019
- Lesson with
28 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo
M3 FT H7
May 2023
- Lesson with
18 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Overheid
January 2022
- Lesson with
29 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
economie H7
June 2023
- Lesson with
43 slides
Middelbare school
Leerjaar 3 Hst 6 les 2
April 2020
- Lesson with
12 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3