5.3 Genen en allelen

5.3 Genen en allelen 
Open je boek op pagina 117
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.3 Genen en allelen 
Open je boek op pagina 117

Slide 1 - Slide

Planning
Uitleg genvariant of allel 
Uitleg mutaties

Maken opdrachten

Bespreken opdrachten?


Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat genen en allelen zijn

Je kunt omschrijven wat een mutatie is

Je kunt omschrijven wat kanker is

Slide 3 - Slide

Even terugkijken..
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA

DNA is opgebouwd uit basen (A, C, T en G) en vormen samen een paar

A vorm altijd samen met T een paar

En C vorm altijd samen met G een paar

Slide 4 - Slide

Even terugkijken..
Doordat de basen in paren liggen op het DNA ontstaat een code met informatie, door verschillende combinaties ontstaat andere informatie


Slide 5 - Slide

Uitleg genvariant of allel
Deze afbeelding kennen we nog van vorige week..

Op een chromosomenpaar liggen verschillende genen voor dezelfde erfelijke eigenschap 
(bijvoorbeeld oogkleur of haarkleur)

Slide 6 - Slide

Uitleg genvariant of allel
Gen A en B bestaan elk uit duizenden basenparen (die A C T en G'tjes)

Bij gen B zijn alle basenparen gelijk aan elkaar op beide chromosomen 
(ze hebben dezelfde kleur) 

Slide 7 - Slide

Uitleg genvariant of allel
Als op chromosoom 1 dus basenpaar A-T ligt, weet je dat op chromosoom 2 ook A-T ligt

De informatie in het gen is voor beide chromosomen hetzelfde

Slide 8 - Slide

Uitleg genvariant of allel
Gen A is verschillend op beide chromosomen en zal dus verschillende informatie geven

Waar chromosoom 1 het basenpaar C-G kan hebben, kan chromosoom 2 A-T hebben

Slide 9 - Slide

Uitleg genvariant of allel
De informatie die een gen geeft noem je genvariant of allel 

In de afbeelding heeft gen A 2 verschillende allelen

Gen B bestaan uit dezelfde allelen 

Slide 10 - Slide

Uitleg genvariant of allel
De 2 allelen van een gen noem je een allelenpaar 
(deze hoeven niet hetzelfde te zijn)

Welke oogkleur iemand krijgt hangt af van hoe sterk het allel is
Het allel voor bruine ogen is sterker dan dat voor blauwe ogen

Slide 11 - Slide

Uitleg mutaties
Chromosomen kunnen ook beschadigd raken 

Hierdoor kan de informatie voor 1 of meerdere erfelijke eigenschappen veranderen

Zo'n verandering in het genotype wordt een mutatie genoemd
mutatie staat voor verandering

Slide 12 - Slide

Uitleg mutaties
Een mutatie kan in alle cellen plaatsvinden

Een mutatie hoeft niet altijd schadelijke gevolgen te hebben

Er zijn altijd nog cellen in je lichaam die onveranderd zijn

Slide 13 - Slide

Uitleg mutaties
Als een gemuteerde cel voorkomt in een geslachtscel kan dit zichtbaar zijn bij de nakomelingen


Slide 14 - Slide

Uitleg mutaties
Maar hoe komt zo'n mutatie nou tot stand?


  • DNA kan beschadigd raken door allerlei dingen als straling (uv of radioactief) en chemische stoffen (asbest of rook). Dit zijn mutagene invloeden

Slide 15 - Slide

Uitleg mutaties
Radioactieve straling is misschien wel de bekendste mutagene invloed

Toen in 1945 2 atoombommen in Japan ontplofte kan daar veel straling bij vrij. Dit heeft invloed gehad op de cellen van de mensen en heeft mutaties meegebracht naar volgende generaties via de geslachtscellen

Zelfs nu hebben kinderen in Japan over het algemeen meer lichamelijke en geestelijke afwijkingen dan in andere landen

Slide 16 - Slide

Mutatie voorbeeld
Een organisme waarbij een mutatie zichtbaar is wordt een mutant genoemd

Een bekende mutant is een albino, hierbij is het lichaam niet in staat om pigment aan te maken voor de haren, huid en ogen

Slide 17 - Slide

Uitleg mutaties
Het DNA controleert hoe snel onze cellen delen, als dit te snel gaat of er gaat iets fout zet de cel een soort stop in

Door mutaties kan het gebeuren dat een cel zich ongeremd gaat delen

Als dit gebeurd ontstaat een gezwel of tumor

Slide 18 - Slide

Uitleg mutaties
Niet elke tumor heeft invloed of is schadelijk, sommige groeien langzaam en verstoren de bouw van weefsels niet, dit wordt ook wel een goedaardige tumor genoemd

Ook dit soort tumoren kunnen als ze groot genoeg zijn verwijdert worden in het ziekenhuis

Slide 19 - Slide

Uitleg mutaties
Dan zijn er nog tumoren die snel groeien en wel de bouw van weefsels verstoren, dit soort tumoren worden kwaadaardig genoemd of ook wel kanker

Slide 20 - Slide

Uitleg mutaties
Als de kwaadaardige tumor groot genoeg is kan het in het bloed of lymfe komen, hier geeft het zijn gemuteerde cellen af die op andere plekken in het lichaam ook ongeremd gaan delen

Slide 21 - Slide

Maken opdrachten p. 120
Maak opdracht 1, 2, 3, 6, 7, 8 en 9

Slide 22 - Slide

nakijken opdrachten p. 120
Nakijken opdrachten 1, 2, 3, 6, 7, 8 en 9

Slide 23 - Slide

Afsluiting

Slide 24 - Slide