H3E week 48 lezen/werkwoordspelling

Welkom!
  • deze les gaan we theorie herhalen m.b.t. tekstbegrip
  • je leert nieuwe theorie (hoofdstuk 1 lezen)
  • je maakt opdrachten
  • we kijken het blad werkwoordspelling na (laatste 10 min. les)
  • maar eerst neem je deze zin over en ontleed je hem:
Wil jij mij morgen die encyclopedie bezorgen?
Zet zinsdeelstrepen ! We zoeken PV, OW, WG, LV, MV en BWB.


1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom!
  • deze les gaan we theorie herhalen m.b.t. tekstbegrip
  • je leert nieuwe theorie (hoofdstuk 1 lezen)
  • je maakt opdrachten
  • we kijken het blad werkwoordspelling na (laatste 10 min. les)
  • maar eerst neem je deze zin over en ontleed je hem:
Wil jij mij morgen die encyclopedie bezorgen?
Zet zinsdeelstrepen ! We zoeken PV, OW, WG, LV, MV en BWB.


Slide 1 - Slide

Hoe is een tekst meestal opgebouwd?
(drie onderdelen)

Slide 2 - Mind map

Welke vier tekstdoelen ken je?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Tekststructuren (boek blz.12)
  • Probleem- oplossingsstructuur 
  • Verklaringsstructuur
  • Verleden-heden(-toekomst)structuur

De tekststructuur helpt om het tekstdoel duidelijker te maken en zo de tekst beter te begrijpen.

Slide 5 - Slide

Probleem-oplossingsstructuur
Tekstdoel: informeren of overtuigen

Inleiding: probleem en gevolgen 
Middenstuk: gevolgen, oorzaken en oplossingen
Slot: de beste oplossing

Slide 6 - Slide

Verklaringsstructuur
Tekstdoel: informeren

Inleiding: bepaald verschijnsel
Middenstuk: kenmerken / voorbeelden / verklaringen / oorzaken / redenen
Slot: samenvatting of conclusie

Slide 7 - Slide

Verleden-heden(-toekomst)structuur
Tekstdoel: informeren

Inleiding: introductie onderwerp
Middenstuk: situatie vroeger en nu / ontwikkeling
Slot: conclusie of voorspelling toekomst

Slide 8 - Slide

Welke structuur bevat oorzaken in het middenstuk?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
verleden-heden-toekomststructuur
C
verklaringsstructuur
D
voor- en nadelenstructuur

Slide 9 - Quiz

Verklaringsstructuur
- inleiding: bepaald verschijnsel
- kern: kenmerken/ verklaringen/ voorbeelden
- slot: ?
Wat moet er op de plaats van het vraagteken staan?
A
samenvatting
B
eigen mening
C
het probleem
D
vraagstelling

Slide 10 - Quiz

Inleiding: onderwerp
middenstuk: het onderwerp vroeger en nu wordt besproken
slot: conclusie

Deze indeling hoort bij de volgende structuur:
A
probleem-oplossingsstructuur
B
voor- en nadelen structuur
C
verklaringsstructuur
D
verleden-heden-toekomststructuur

Slide 11 - Quiz

Maken 
Opdrachten 1 en 2  
blz. 13 - 15

Slide 12 - Slide

nakijken blad werkwoordspelling
tegenwoordige tijd of verleden tijd?
onderwerp enkelvoud of meervoud?
voltooid deelwoord?--> hulpwerkwoord

Slide 13 - Slide