Verhoudingen Les 1: Verdelen

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b, k
• Leerjaar 1,2

Verhoudingen

Les 1 : Verdelen

De volgende slides bevatten instructies voor de docent.

Slides: 3,6,8,10 13

                  Instructie docent Verhoudingen Les 1a Verdelen

Bespreek met de leerlingen het volgende:

- Hoeveel broodjes tel je?

- Hoeveel personen tel je?

- Zijn er meer broodjes of meer personen?

- Krijgt iedere persoon meer of minder dan een heel broodje?

- Hoe zouden we dit kunnen oplossen?

Instructie docent Verhoudingen Les 1b Verdelen

Schrijf het woord 'geheel' op het bord. 

- Wat betekent het geheel? 

Wijs leerlingen die het woord niet kennen op het woord 'heel' dat erin zit. 

- Ken je nog andere woorden die hetzelfde als geheel betekenen?

Schrijf het woord 'helft' op het bord. 

- Wat betekent de helft?

Instructie docent Verhoudingen Les 1c Verdelen

Schrijf het woord 'kwart' op het bord.

- Ken je de woorden met 'kwart' erin?

- Wat betekend een kwart?

Schrijf het woord 'driekwart' op het bord.

- Welke woorden herken je in driekwart?

- Wat betekend dan driekwart?

Instructie docent Verhoudingen Les 1d Verdelen

- Welke kwart is het grootst?

- Waarom is die groter?

Instructie docent Verhoudingen Les 1e Verdelen

Teken een cirkel op het bord, dit stelt een taart voor. Vertel dat je de taart gaat verdelen over 6 personen. Verdeel de taart in 6 gelijke delen. 

In hoeveel delen is de taart verdeeld?

Welk deel van de taart krijgt ieder persoon?

Maak in learnbeat
verhoudingen les 1: verdelen

Opgaven 1 - 15

 Les 1 : Verdelen

Test jezelf in lesson-up

Meer

Minder

Meer

Minder

Hele

Halve

Hele

Halve

Voor de instructie docent bekijk slide 7

4

2

3

een kwart

drie kwart

2

4

3

een kwart

drie kwart

Welk deel van de cirkel is gekleurd?

1. Twee kwart
2. Drie kwart
3. Een kwart
4. Een hele

Welk deel van het vierkant is gekleurd?

1. Een hele
2. Twee kwart
3. Een kwart
4. Drie kwart

Herman

Kitty

Hermien verdeelt een stroopwafel
eerlijk over 2 personen.
Welk deel van de stroopwafel
krijgt iedere persoon?

1. 2 van de 4
2. 1 van de 2
3. 2 van de 3
4. 2 van de 1

2

6

8

1

5

5

5

8

1

4

6

6

Welk deel van de boter ham is gevuld met jam?

1. 1/3 deel
2. 1/2 deel
3. 2/5 deel
4. 1/4 deel

Welk deel van het hek is blauw? Kies de juiste breuk

1. 4 van de 5
2. 3 van de 7
3. 3 van de 8
4. 5 van de 8

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Welk deel van de pannekoek is gevuld met siroop.
Kies het juiste deel

1. 2 van de 5
2. 2 van de 4
3. 1 van de 3
4. 3 van de 4

Welke breuk past bij deze afbeelding?

1. 3 van de 3
2. 1 van de 3
3. 2 van de 4
4. 3 van de 4

Welk antwoord hoort bij de cirkels?

1. 3 van de 8 ;1 van de 4
2. 5 van 8; 3 van de 4
3. 5 van de 6; 3 van de 4
4. 1 van 4; 3 van de 8

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

1

Einde 

Les 1: Verdelen