This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welcome to class
No reading today.
take out your floppy folder and make notes
Slide 1 - Slide
Today's goal
At the end of this class you will:
have learnt what's the difference between Past Simple and Present Perfect
Slide 2 - Slide
Past Simple vs Present Perfect
Slide 3 - Slide
Past simple
Use, form and memory aid
Slide 4 - Slide
past simple:bevestigen
- Gebruik: - verleden > helemaal voorbij - je weet wanneer het gebeurde
- het is afgesloten / afgerond
- Vorm: - regelmatige werkwoorden + ed - onregelmatige werkwoorden > 2e rijtje
Slide 5 - Slide
past simple: vragen en ontkennen
- Vorm: - Did + hele werkwoord
- Vorm: - didn't (did not) + hele werkwoord
Vragen:
Ontkennen:
Slide 6 - Slide
past simple: memory aid
Slide 7 - Slide
past simple: memory aid
Lady
Last ... , Ago,Days/Dates, Yesterday/Year
Slide 8 - Slide
Past simple
Slide 9 - Slide
Past Simple of to work?
A
works
B
worked
C
working
Slide 10 - Quiz
Past Simple of to see?
A
saw
B
seen
C
see
D
seed
Slide 11 - Quiz
Present perfect
use/form/memory aid
Slide 12 - Slide
present perfect:use and form
- Gebruik: - verleden begonnen, nu nog bezig - verleden gestart, nu nog merkbaar - iets uit het verleden,nu nog belangrijk/merkbaar is - Vorm: - have / has (he-she-it) + voltooid deelwoord - regelmatige werkwoorden + ed - onregelmatige werkwoorden > 3e rijtje
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
present perfect: memory aid
Slide 15 - Slide
present perfect:ezelsbruggetje
FYNE JAS
For, Yet, Never, Ever Just, Already (Always), Since
Slide 16 - Slide
Present perfect
Slide 17 - Slide
past simple:
- voorbij
- je weet wanneer
- LADY
- w.w. + ed
- 2e rijtje
- ? = did + w.w.
- - = didn't + w.w.
present perfect:
- nog bezig / merkbaar
- nu nog belangrijk
- FYNE JAS
- have/has + w.w. + ed
- have/has + 3e rijtje
- he/she/it = has
- I/you/we/they = have
past simplevs.present perfect
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Maak present perfect: Grandmother ....... (bake) a cake.
Slide 20 - Open question
Maak de present perfect: Martha..... her homework. (finish)
Slide 21 - Open question
Maak de present perfect: We .... .... to school (go)
Slide 22 - Open question
I've had a headache ... Monday
A
for
B
since
Slide 23 - Quiz
When do you use the Past Simple?
A
To say something has finished
B
To say something started in the past and is still happening now