MAAT H4 - the danger of a single story

timer
0:30
Wat is het eerste waar je aan denkt als je het woord Afrika hoort?
1 / 42
next
Slide 1: Mind map
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

timer
0:30
Wat is het eerste waar je aan denkt als je het woord Afrika hoort?

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Welke boodschap geeft dit
filmpje over Afrika?
timer
0:30

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Turn & talk: wat denk je dat de boodschap van dit filmpje is?
timer
1:00

Slide 6 - Open question

Leerdoelen
Begrippen: macht, stereotype, framing, referentiekader, selectieve perceptie, objectiviteit/subjectiviteit, discriminatie, sociale ongelijkheid

  • Je kan deze begrippen herkennen in je eigen leven (je eigen denken, discussies, media, etc.)
  • Je kan uitleggen hoe deze begrippen elkaar versterken

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat bedoelt Adichie met
'the danger of a single story'?
timer
0:30

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Wat zegt Adichie over de rol van macht
bij het ontstaan van een single story?
timer
0:30

Slide 12 - Open question

Turn & talk: wat heeft dit afrikaanse spreekwoord te maken met macht en stereotypen?
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Macht
= Het vermogen om het gedrag of het denken
van anderen te beïnvloeden.

''How stories are told, who tells them, when they're told, how many stories are told, are really dependent on power. Power is the ability not just to tell the story of another person, but to make it the definitive story of that person."

Slide 14 - Slide

Stereotype
= Je hebt een vaststaand beeld van een groep
mensen aan wie je allemaal dezelfde kenmerken toeschrijft.
Voorbeeld: Afrikanen zijn arm

''The single story creates stereotypes and the problem with stereotypes is not that they are untrue, but that they are incomplete. They make one story become the only story.''

Slide 15 - Slide

Reflectie: wat neem je mee uit deze les? Welke vragen heb je nog?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

Turn & talk: welke stereotypen over vluchtelingen zie je terug in deze krantenkoppen?
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Schurken? Slachtoffers? Helden?

Slide 19 - Slide

Framing
= Het gebruik van specifieke taal en beelden (in de media, door politici, etc.) om bepaalde emoties op te wekken en daardoor de manier waarop mensen denken over een bepaald onderwerp te beïnvloeden (niet negatief of positief, onvermijdelijk!)

Voorbeeld: Trump framed de mainstream media op een negatieve manier door ze keer op keer ''fake news'' te noemen

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
Begrippen: macht, stereotype, framing, referentiekader, selectieve perceptie, objectiviteit/subjectiviteit, discriminatie, sociale ongelijkheid

  • Je kan deze begrippen herkennen in je eigen leven (je eigen denken, discussies, media, etc.)
  • Je kan uitleggen hoe deze begrippen elkaar versterken

Slide 21 - Slide

Turn & talk: op welke manier verschilt de boodschap van de eerste krantenkop met die van de tweede?
timer
1:00

Slide 22 - Slide

Referentiekader
= Alle kennis, ervaringen, waarden en gebruiken die iemand met zich meedraagt, de ''bril'' waardoor je de wereld ziet en informatie filtert. 
Objectiviteit: waarheid onafhankelijk van het referentiekader (universeel) 
Subjectiviteit: waarheid binnen een bepaald referentiekader (persoonlijk)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Selectieve perceptie
= confirmation bias, mensen ontvangen informatie niet objectief maar hebben de neiging te ''zien wat we willen zien'' (wat bevestigt wat we al denken) en te negeren wat niet in ons referentiekader past

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Wat bedoelt Wijnberg als hij zegt dat echt nieuws minstens zo misleidend is als nepnieuws?
timer
3:00

Slide 28 - Open question

Turn & talk: bespreek wat deze cartoon te maken heeft met macht, stereotypen en selectieve perceptie
timer
1:00

Slide 29 - Slide

Afspraken voor klasdiscussies
Als je aan het woord bent:
1. Spreek luid en duidelijk
2. Bouw verder op wat al gezegd is (mening/toevoeging/vraag)
Als je niet aan het woord bent:
3. Kijk naar de persoon die aan het woord is om te tonen dat je echt aan het luisteren bent
4. Onderbreek niet (ook niet door je hand op te steken)

Slide 30 - Slide

Debatteer over de volgende stelling (linkerkant: voor, rechterkant: tegen)

Journalisten kunnen en moeten het nieuws objectief brengen.


Gebruik de volgende zinsconstructies:
  • Ik ben het (niet) eens met..., want...
  • Ik wil graag toevoegen aan wat... zei dat...
  • Ik heb een vraag over.../Kan je ... uitleggen?

timer
10:00
timer
3:00

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Woorden hebben gevolgen
Deze processen van macht, stereotypen, framing en selectieve perceptie versterken elkaar en kunnen bijdragen aan discriminatie en sociale ongelijkheid (= ongelijke kansen en beloningen voor verschillende groepen in een samenleving) 

Maatschappijleer zal je leren deze processen te herkennen en analyseren!

Slide 33 - Slide

Aan de slag!
  • Log in op esseneronline.nl
  • Ga naar werkboek --> wat is maatschappijleer? --> H3 wat is waar, wat is niet waar? 
  • Maak opdrachten 1-6 met behulp van je lesboek (p. 18-21)
  • Je mag alleen of per twee werken en je koptelefoon/oortjes gebruiken zolang je de rest niet stoort
timer
20:00

Slide 34 - Slide

Voorbereiding PO 1
  • Kies een maatschappelijk probleem dat je interessant vindt
  • Schrijf kort op waarom dit voor jou en voor de samenleving een belangrijk thema is 
  • Zoek 3 betrouwbare bronnen (documentaire, artikel, onderzoeksrapport, podcast, etc.) over dit thema
  • Zet alles in een worddocument en lever in via SOM op het einde van de les 

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video