Nederlands trede 13, Fictie ORANJE

Nederlands trede 13, Fictie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands trede 13, Fictie

Slide 1 - Slide

Welkom!
Lieve leerlingen,

Welkom in de online les Nederlands! Vandaag gaan we aan de slag met fictie. In deze digitale les vind je uitleg en oefeningen bij filmfragmenten.
Ben je klaar? Dan kun je verder oefenen in de portal. Heel veel succes! 
 
Groetjes, 
Mevrouw Sloterdijk 

Slide 2 - Slide

Wat is een onderwerp?

Slide 3 - Mind map

Onderwerp
Alle teksten gaan ergens over. Ze hebben een onderwerp.

Boeken hebben ook altijd een onderwerp. Bijvoorbeeld: oorlog, liefde, eenzaamheid of vriendschap.

Een onderwerp beschrijf je in een woord.

Slide 4 - Slide

Wat is het onderwerp van het laatste boek dat jij hebt gelezen?

Slide 5 - Open question

Lees het korte verhaal
Janice lag in bed. Haar hoofd had ze verstopt in de kussens. Koptelefoon op ... knallen met die muziek. En ondertussen keihard janken. Wat een verschrikkelijke dag. Hoe moeilijk kan het zijn om een berichtje terug te sturen? Hij gaat toch sowieso naar het feest van James en Berend? Dan kunnen ze toch net zo goed samen gaan? Hij had nu al vijf uur niets van zich laten horen. Eikel. Winston is een eikel. Ze zou hem volledig negeren op het feest. Wat nou: verkering? Dit stelde helemaal niets voor. Ze overwoog of ze het uit zou maken. Zo leuk was hij nou ook weer niet. Er waren nog veel meer leuke jongens, leukere jongens.  
Een uur lang lag Janice met haar hoofd in de kussens. Ze had alle nummers van het laatste album van Beyoncé beluisterd. Ping deed haar telefoon. 'Sorry schatje, mijn telefoon was uitgevallen. Tuurlijk gaan we samen!' stond er op haar beeldscherm.

Slide 6 - Slide

Wat is het onderwerp van dit verhaal?
A
oorlog
B
liefde
C
huisdieren
D
vriendschap

Slide 7 - Quiz

Wat vind je van dit verhaal? Geef je eigen mening

Slide 8 - Open question

Goed bezig!
Neem een korte pauze, zet een kopje thee, eet een appel of loop een rondje door het huis.

We gaan zo verder.

Slide 9 - Slide

Verhalen navertellen
Soms moet je een verhaal navertellen. Je geeft dan een samenvatting. Hoe pak je dat aan?

- vertel alleen de belangrijkste gebeurtenissen
- vertel hoe het verhaal begint en eindigt
- vertel wat de hoofdpersoon meemaakt

Slide 10 - Slide

Oefening
In het volgende scherm zie je een korte film. 

Bekijk de film en beantwoord daarna de vragen.
Je gaat het verhaal navertellen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Hoe begint het verhaal?

Slide 13 - Open question

Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen?

Slide 14 - Open question

Hoe eindigt het verhaal?

Slide 15 - Open question

Mening geven
Stel, je hebt gister een film gekeken op Netflix en je vertelt hier vandaag over in de pauze. Vond je het een goede film, of slecht. En waarom? 

Als je dit allemaal vertelt, dan geef je je mening.

Slide 16 - Slide

Mening geven
Je geeft je mening met behulp van beoordelingswoorden
Voorbeelden hiervan zijn:  
makkelijk – moeilijk 
spannend – saai 
herkenbaar – niet herkenbaar 
interessant – oninteressant 
vrolijk – treurig 
ontroerend – doet mij niet veel

Slide 17 - Slide

Oefening
In het volgende scherm zie je een korte film. 

Bekijk de film en beantwoord daarna de vraag.
Je gaat je eigen mening geven.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Geef je mening over de film.
Gebruik de beoordelingswoorden.

Slide 20 - Open question

Goed gedaan!
Dat was voor deze week de uitleg en de eerste opdrachten.
Je kunt nu verder aan deze werkdoelen in de portal om extra te oefenen.  
Ga daarvoor naar trede 13: Dat spreek boekdelen. Maak daarvan: 
- Terug naar de basis
 - Inleven
 - Jouw mening telt
Heel veel succes! Heb je nog vragen? Stuur mij een chatbericht in Hangout. 
Groetjes!

Slide 21 - Slide