Onderwerp

Vorige les
- Persoonsvorm
- Werkwoordelijk gezegde
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vorige les
- Persoonsvorm
- Werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog over de persoonsvorm?

Slide 2 - Open question

Wat weet je nog over het werkwoordelijk gezegde?

Slide 3 - Open question

Wat weet je over het onderwerp?

Slide 4 - Open question

Onderwerp
Wie of wat doet iets in de zin.

Je vindt het onderwerp door te vragen:
wie/wat + werkwoordelijk gezegde

Slide 5 - Slide

Willem fietste naar school
Wat is de pv?
Wat is het wwg?
Wat is het onw?

Slide 6 - Slide

Hij liet Roos niet uitpraten
Wat is de pv?
Wat is het wwg?
Wat is het onw?

Slide 7 - Slide

Ik leer het onderwerp te vinden.

Wat is het onderwerp?
A
Ik
B
leer
C
het onderwerp
D
vinden

Slide 8 - Quiz

Als onderwerp voor hun werkstuk kozen ze pooldieren.
Onderwerp=
A
Als onderwerp
B
pooldieren
C
kozen
D
ze

Slide 9 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Mevrouw Van Til legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw Van Til
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 10 - Quiz

Groep 7/8 leert het onderwerp vinden.

Wat is het onderwerp?
A
groep 7/8
B
leert
C
het onderwerp
D
vinden

Slide 11 - Quiz

Ik kom vanavond een uurtje later.
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
een uurtje = onderwerp
B
ik = onderwerp

Slide 12 - Quiz

Oefenen
Link

Klaar?
blz. 71 - opdr. 9 en 10

Slide 13 - Slide

Volgende les
- Splitsbare werkwoorden

Slide 14 - Slide