AFPG-C-2 Zenuwstelsel pathologie

AFPG-C-2
Aandoeningen
Zenuwstelsel
1 / 53
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 53 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

AFPG-C-2
Aandoeningen
Zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

Zenuwstelsel
  • Herhaling anatomie
  • Algemene pathologie
  • Enkele ziektebeelden 
  • Hierna ziektebeelden uitwerken

Slide 2 - Slide

1. Grote hersenen, cerebrum
2. Kleine hersenen, cerebellum
Tussenhersenen 3/4/5/6
3. Hypothalamus
4. Thalamus
5. Epifyse
6. Hypofyse
Hersenstam 7/8/9
7. Middenhersenen
8. Pons
9. Verlengde merg
10. Ruggenmerg

Slide 3 - Slide

Zenuwstelsel, input / output
Sensorische input:
Het opvangen van prikkels door sensoren uit de buitenwereld of het lichaam, via de zenuwen gaan deze naar het centrale zenuwstelsel

Motorische output:
Het aansturen van de effectoren (spieren en klieren) door het zenuwstelsel

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Zenuwstelsel, indeling
Centrale zenuwstelsel (CZS): grote hersenen, tussenhersenen, hersenstam, kleine hersenen, ruggenmerg

Perifere zenuwstelsel: hersenzenuwen, ruggenmergszenuwen, grensstreng, zenuwen van het vegetatieve zenuwstelsel


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Zenuwcel = neuron
Groot cellichaam

Korte uitlopers = 
dendriet

Lange uitloper = 
neuriet of axon



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Functies cerebrum (grote hersenen)
  • Regelen bewegingen van de skeletspieren
  • Coördinatie ingewikkelde en aangeleerde bewegingen
  • Voelen pijn, warmte, koude, aanraking, druk, trillingen
  • Voelen van spierbeweging
  • Zien, horen, ruiken, proeven
  • Betekenis geven aan….zien, horen, ruiken en proeven
  • Emoties
  • Geheugen

Slide 10 - Slide

Tussenhersenen = diencephalon
Tussenhersenen bevatten:
Pijnappelklier: maakt melatonine, biologische klok
Thalamus: filteren van informatie, verfijnen motoriek, regelen van emoties
Hypothalamus: aansturen hypofyse, regelen lichaamstemperatuur, regelen zoutconcentratie (dorstgevoel), regelen glucosegehalte (hongergevoel), regelen van emoties

 

Slide 11 - Slide

Cerebellum = kleine hersenen
Functies:
  • Coördinatie van lichaamshouding en lichaamsbeweging zodat bewegingen vloeiend en soepel uitgevoerd kunnen worden
  • Denk hierbij aan: fijne motoriek, evenwicht

 

Slide 12 - Slide

Truncus encephali = hersenstam
Bestaat uit 4 onderdelen:
  1. Middenhersenen: transportbanen (van en naar hersenen)
  2. Pons: bevat veel schakelcellen voor transport en verbinding (grote hersenen, kleine hersenen, ruggenmerg)
  3. Verlengde merg: transport banen (kruizen van motorische banen), centra voor gehoor, evenwicht, hartregulatie, ademhaling, lichaamstemperatuur, braken
  4. Reticulaire formatie: bewustzijn, slapen, wakker worden

Slide 13 - Slide

Algemene pathologie
  • Uitvalsverschijnselen en prikkelingsstoornissen
  • Gedaald bewustzijn en coma
  • Krachtsverlies en veranderingen in spiertonus en reflexen
  • Gevoelsstoornissen
  • Coördinatiestoornissen
  • Gestoord evenwicht
  • Stoornissen in de hogere hersenfuncties

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Uitvalsverschijnselen, prikkelingsstoornissen
Bij een aandoening van het zenuwstelsel verdwijnt een functie gedeeltelijk of helemaal

Uitvalsverschijnselen: een functie verdwijnt helemaal of gedeeltelijk, bijvoorbeeld verlamming, afasie
Prikkelingsstoornis: er ontstaat een ontremming en geen controle meer over de functie, bijvoorbeeld tintelingen, pijn, spasticiteit en tremoren

Slide 16 - Slide

Gedaald bewustzijn, coma
Wat zie je bij afname van het bewustzijn:
  • Helder bewustzijn: alert, reageert op contact, handelt spontaan of op verzoek
  • Licht gedaald bewustzijn: uit zich vaak als delirium
  • Verdere daling bewustzijn: slaperig, kan nog wel gewekt worden, je kan contact maken, wel verward
  • Dieper gedaald bewustzijn: er is geen contact meer mogelijk

Slide 17 - Slide

Gedaald bewustzijn, coma
Een zorgvrager is comateus (bewusteloos) als hij de ogen niet meer opent, ook niet op verzoek en ook niet bij een sterke pijnprikkel

Oorzaken gedaald bewustzijn en coma:
  • Geen schade aan hersenen: bloeddrukdaling, hypoxemie, diabetes
  • Met schade aan hersenen: epileptische aanval, CVA, verhoogde druk in de schedel

Slide 18 - Slide

Krachtsverlies, spiertonus en reflexen
Parese = krachtsverlies
Paralyse = volledig krachtsverlies
Hemiparese = halfzijdige verlamming
Paraparese = krachtsverlies beneden 1 niveau van het ruggenmerg (dwarslaesie)
Tetraparese = krachtsverlies aan alle 4 de ledematen


Slide 19 - Slide

Krachtsverlies, spiertonus en reflexen
Hypotonie = afgenomen spierspanning (vaak geen zitbalans)
Areflexie = reflexen zijn niet op te wekken
Hyperreflexie = te levendige reflexen
Spasticiteit = hypertonie met te levendige reflexen en optreden van spasmen, perioden waarin de spiertonus pijnlijk toeneemt (kans op contracturen)
Rigiditeit = hypertonie in de vorm van stramheid / stijfheid


Slide 20 - Slide

Gevoelsstoornissen
Diverse vormen:
  • Verminderd tastgevoel, hierdoor vaak moeite met fijne motoriek (knoopjes dicht doen)
  • Verlies van lichaamsgevoel, stand van het lichaam, hoeveelheid spierkracht, hierdoor moeite met lopen, staan en zitten
  • Verminderd pijngevoel en temperatuursgevoel, hierdoor ontstaan wondjes

Slide 21 - Slide

Coördinatiestoornissen
De spieren werken niet goed samen
Er is vaak een storing in de samenwerking tussen grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg

2 voorbeelden:
Dysarthrie = spraakstoornis, gebrekkige articulatie
Ataxie = wankel evenwicht, dronkenmansloop

Slide 22 - Slide

Gestoord evenwicht
Gevaar! Kans op vallen.

Mogelijke oorzaken:
  • Slecht gevoel in voeten, trage reflexen (diabetes, normale veroudering, alcoholmisbruik)
  • Slechte prikkelgeleiding in ruggenmerg (MS)
  • Vertraging van beweging en rigiditeit (ziekte van Parkinson)

Slide 23 - Slide

Gestoord evenwicht
Gevaar! Kans op vallen.

Mogelijke oorzaken:
  • Stoornis in kleine hersenen en hersenstam (MS, TIA)
  • Stoornis in binnenoor (ziekte van Ménière)
  • Anders: slecht zien, angst, spierzwakte, medicatie met als bijwerking afgenomen reactiesnelheid

Slide 24 - Slide

Stoornissen in hogere hersenfuncties
Door beschadiging in de grote hersenen ontstaan er stoornissen in de hogere hersenfuncties.
Een paar voorbeelden:

Afasie = taalstoornis
  • geen woorden en zinnen kunnen vormen bij schrijven en spreken
  • woorden en zinnen niet begrijpen
  • combinatie van beide

Slide 25 - Slide

Stoornissen in hogere hersenfuncties
Apraxie = handelingsstoornis
  • de zorgvrager kan aangeleerde handelingen (in bepaalde volgorde) niet juist uitvoeren
  • zorgvrager kan zichzelf niet aankleden

Visuele agnosie = niet meer begrijpen wat er gezien wordt
  • zorgvrager herkent de tandenborstel niet meer

Slide 26 - Slide

Stoornissen in hogere hersenfuncties
Hemineglect = verwaarlozing van de aangedane zijde
  • de zorgvrager kan niet meer de aandacht richten op de aangedane kant van het lichaam en de omgeving
  • Zorgvrager botst tegen de tafel met zijn aangedane kant of gaat half naast de stoel zitten

Amnesie = geheugenverlies

Slide 27 - Slide

Stoornissen in hogere hersenfuncties
Anosognosie = geen ziekte-inzicht
  • zorgvrager denkt dat hij weer kan fietsen en autorijden maar heeft net een ernstig CVA gehad


Slide 28 - Slide

ZIEKTEBEELDEN

Slide 29 - Slide

CVA
CVA = cerebrovasculaire Accident (ongeluk in de bloedvaten van de hersenen
CVA = beroerte, verschillende vormen:
  • Herseninfarct (80%): een slagader in de hersenen raakt vernauwd of verstopt
  • TIA: tijdelijke verminderde bloedtoevoer, symptomen duren 30 min tot 24 uur, is een waarschuwing
  • Hersenbloeding: bloedvat scheurt, bloed in en rondom de hersenen

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

CVA, symptomen
Direct na CVA:
  • Prikkeling van hersenvliezen: hoofdpijn, duizelig, braken, nekstijfheid, hoofd naar achteren buigen, verlaagd bewustzijn
  • Uitval van hersenzenuwen: verlamming arm of been, mondhoek hangt scheef, onsamenhangende spraak, visusklachten

Slide 32 - Slide

CVA, symptomen
CVA in linker hersenhelft:
  • Verlamming van de rechter lichaamshelft
  • Uitval van het gezichtsveld aan de rechterkant van beide ogen
  • Niet reageren op signalen aan de rechterkant van het lichaam
  • Afasie of dysartrie

Slide 33 - Slide

CVA, symptomen
CVA in rechter hersenhelft:
  • Verlammingen van de linker lichaamshelft
  • Uitval van het gezichtsveld aan de linkerkant van beide ogen
  • Niet reageren op signalen aan de linkerkant van het lichaam
  • Problemen met ruimtelijke waarneming


Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Multiple sclerose (MS)
Aandoening van het zenuwstelsel, GEEN spierziekte!

Ziekte van hersenen en ruggenmerg door aantasting van het myeline (isolatielaag rondom zenuwen)

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

MS komt voor in minder warme gebieden

Slide 39 - Slide

MS, symptomen
Begin:
  • Krachtsverlies, benen, struikelen
  • Slecht zien
  • Dubbel zien
  • Moeite met kleuren zien
  • Soms duizelig

Slide 40 - Slide

MS, symptomen
Later:
  • Slecht zien
  • Gevoelsstoornissen
  • Duizeligheid
  • Onwillekeurige trekkingen van spieren, krachtsvermindering
  • Blaas en darmproblemen
  • Concentratiestoornissen
  • Warmte intolerantie
  • Stemmingsstoornissen

Slide 41 - Slide

MS, diagnose
Arts:
  • Anamnese en lichamelijk onderzoek
  • MRI (sclerose)
  • Liquoronderzoek (lumbaalpunctie)
  • Neurofysiologisch onderzoek (voortgeleiding stroompjes)
  • Bloedonderzoek (uitsluiten andere ziekten)

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Ziekte van Parkinson
Is een veel voorkomende hersenaandoening die vooral ouderen treft.

Oorzaak:
  • Niet duidelijk
  • Tekort aan dopamine in de hersenen
  • Door afsterven van dopamineproducerende zenuwcellen
Diagnose door:
  • Observaties arts
  • Reactie op het antiparkinson medicijn levodopa


Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

Ziekte van Parkinson, symptomen
2 hoofdgroepen:
Voornamelijk last van tremoren van handen, benen, kin of tong
Voornamelijk last van bradykinesie (trager worden van bewegingen) en rigiditeit (stijfheid)

Hiernaast: houdingsproblemen (voorover lopen), evenwichtsproblemen, bevriezen tijdens lopen, trager denken, verminderde reuk, slaapstoornissen, obstipatie, stemmingsproblemen, veranderde seksuele behoeften



Slide 46 - Slide

Ziekte van Parkinson, therapie
Medicatie: levodopa, dopamine agonisten
Levodopa: onderdrukt symptomen van Parkinson
Bijwerking: na een aantal jaren ontstaan wisselingen in de werking

Paramedisch: fysiotherapie, ergotherapie, logopedie, parkinsonverpleegkundige

Chirurgie: hersenoperaties

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video

Hersenschudding (commotio cerebri)
Hersenkneuzing (contusio cerebri)
Klap op het hoofd door stoot of val


Een licht traumatisch letsel waarbij de hersenen door elkaar geschud zijn

Bewustzijnsverlies of geheugenverlies (max 15 min), slaperigheid, wazig zien, misselijkheid en braken



Complicatie: bloeding

Vaak: geen restverschijnselen

Door een klap ontstaat een beurse plek in de hersenen met vocht en bloed
  
Beschadiging van hersenweefsel


Bewustzijnsverlies (min 15 min), verlammingen, duizeligheid, gestoord geheugen, hoofdpijn, concentratiestoornissen, oriëntatiestoornissen, snel vermoeid

Complicatie: ontsteking in de hersenen

Vaak: restverschijnselen

Slide 50 - Slide

Ziekte van Alzheimer
Vasculaire dementie
Oorzaak:
Onbekend
Eiwitophoping, verschrompeling van de buitenste laag van de hersenschors
Erfelijkheid

Start: 70 - 80 jaar

Korte termijngeheugen, karakter-veranderingen, lange termijn geheugen, oriëntatie in tijd/plaats/persoon, afasie, agnosie, apraxie, problemen met denken, inschatten, snel boos/blij, onrust

Op het eind: doezelen, incontinentie, epileptische aanvallen
Oorzaak:
Kleine beroertes in het hersenweefsel dat beschadigd raakt en afsterft
Patiënten hebben vaak al hart- en vaatproblemen

Start: 65 - 75 jaar

Vertraging snelheid denken/praten/ bewegen, taalproblemen, agnosie, apraxie, ingewikkeld situaties niet aan kunnen, verlammingen, spierverstijving, gevoelsverlies, moeite met lopen/spreken/ slikken/urineren, extreme stemmingswisselingen, schommelingen in bewustzijn, waanideeën, weinig initiatief

Slide 51 - Slide

Even oefenen
Ataxie = coördinatiestoornis
Commotio cerebri = hersenschudding
Dysarthrie = spraakstoornis
Hypokinesie = bewegingsarmoede
Meningitis = hersenvliesontsteking
Rigiditeit = stijfheid
Subduraal hematoom = bloeduitstorting tussen harde vlies en spinnenwebsvlies

Slide 52 - Slide

Even oefenen
Ataxie = 
Commotio cerebri = 
Dysarthrie = 
Hypokinesie = 
Meningitis = 
Rigiditeit = 
Subduraal hematoom = 

Slide 53 - Slide