2B(K) Economie Hoofdstuk 1 Economie is meer dan geld

2B(K) Economie Hoofdstuk 1 Economie is meer dan geld
1 / 39
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with text slides.

Items in this lesson

2B(K) Economie Hoofdstuk 1 Economie is meer dan geld

Slide 1 - Slide

1.1 Wat is economie?
Leerdoelen voor deze paragraaf:
  • Je kunt nu een geldbedrag op de juiste manier noteren
  • Je kunt nu uitleggen dat bedrijven en de overheid met de economie te maken hebben
  • Je kunt nu voorbeelden geven hoe jijzelf met economie te maken hebt
  • Je kunt nu uitleggen waar economie over gaat

Slide 2 - Slide

Behoeften
"Iets wat je nodig hebt of graag wilt hebben."

  • Basisbehoeften (primaire behoeften)
    
  • Overige behoeften (secundaire behoeften)

Slide 3 - Slide

Consumeren
Wanneer mensen iets kopen, zijn ze aan het consumeren.
Wanneer jij iets koopt, ben je een consument

Slide 4 - Slide

Producenten
''Winkels, webshops en bedrijven die iets maken of voor je doen''

Slide 5 - Slide

Aan de slag!
Maken opdrachten 1 t/m 7

Slide 6 - Slide

Leerdoel
  • Je weet waarom we geld gebruiken
  • Je kent het verschil tussen directe ruil en indirecte ruil

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Directe ruil

Slide 9 - Slide

Indirecte ruil

Slide 10 - Slide

Geld als ruilmiddel

indirecte ruil


Slide 11 - Slide

  • Sanne en de klant gebruiken geld
     als ruilmiddel, want Sanne
     ontvangt geld in ruil voor het
     brood.
  • Zelf krijgt ze geld (loon) in ruil
     voor haar arbeid. Ook op deze
     manier heeft geld de functie van
     ruilmiddel.
Geld als ruilmiddel

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Maken opdrachten 3 en 4 op pagina 17

Slide 13 - Slide

Huiswerk voor volgende week dinsdag
Maak een lijst met 3 ruilingen die je hebt gedaan in deze week.
Hierop schrijf je wat je voor wat hebt geruild.

Voorbeeld: 
  • Ruil geld voor KitKat in de schoolkantine
  • Ruil een half uur van mijn tijd (om de auto van de buurman te wassen) voor geld

Slide 14 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Terugkomen op huiswerkopdracht(Directe- en indirecte ruil)
  • Afronden bij betalen
  • Hoe kan je betalen?

Slide 15 - Slide

Directe of Indirecte Ruil, is er wel sprake van ruil?

Slide 16 - Slide

Afronden in de winkel
1 cent en 2 worden niet gebruikt

Als je contant betaald wordt het afgerond.
Maar als je elektonisch betaald?

Slide 17 - Slide

Elektronisch betalen

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
Maken opdrachten 8 t/m 13.

Huiswerk voor vrijdag 4 oktober

Slide 19 - Slide

Wat gaan we doen?
Huiswerk bespreken
Veilig bankieren
(Saldo berekenen)

Slide 20 - Slide

Bescherm je codes!
Je huissleutel geef je niet aan een willekeurige voorbijganger. Doe dat ook niet met je beveiligingscodes.

Slide 21 - Slide

Bewaak je pas!
Je huissleutel laat je niet slingeren. Doe dat ook niet met je betaalpas of creditcard. 

Slide 22 - Slide

Beveilig je apparatuur
Je voordeur doe je op slot. Doe dat ook met de apparatuur die je gebruikt om je bankzaken te regelen.

Slide 23 - Slide

Bekijk je afschrijvingen
Je weet wat er op jouw rekening binnenkomt. Kijk je ook regelmatig wat er wordt afgeschreven?

Slide 24 - Slide

Bij twijfel, bel je bank!
Voorkomen is beter dan genezen. Maar dat lukt helaas niet altijd. Denk je dat je het slachtoffer bent van fraude, laat dit dan direct aan ons weten. Door fraude te melden, kunnen wij jou en andere klanten helpen.

Slide 25 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 11 op pagina 17

KGT boek? maken opdracht 14 op pagina 20

Slide 26 - Slide

Wat gaan we doen?
Huiswerk bespreken
Saldo berekenen

Slide 27 - Slide

Opdracht 11
11a. Je pincode / wachtwoorden / de toegangscode voor je telefoon
11b. Als iemand zonder toestemming geld van je rekening afhaalt.
11c. Zo weet je of er geen geld af is waar jij niets van afweet.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Aan de slag!
BK
Maken opdrachten 14 en 15 op pagina 18
Maken opdrachten 6 en 7 op pagina 32 

KGT
Maken opdracht 15 en 16 op pag. 21
Maken rekenopdrachten 6 en 7 op pag. 34-35

Slide 30 - Slide

15-10-24
Wat gaan we doen?
Starten met 1.3
Behoeften
Verschillen in behoeften

Slide 31 - Slide

Behoefte
Behoefte= Iemand die graag iets wilt of wat je nodig hebt.

Primaire behoefte                                      secundaire behoefte
basisbehoeften                                              overigebehoeften

Slide 32 - Slide

Verschillen tussen behoeften
Verschillen in behoefte worden bepaald door:
  • Je budget
  • Je leeftijd
  • Je geslacht
  • Je vrienden en klasgenoten
  • Het gezin waarin je opgroeit
  • Reclames die je ziet en hoort

Slide 33 - Slide

Aan de slag!
BK-boek? Maken opdrachten 1 t/m 5 van paragraaf 1.3
pag. 20-22
KGT-boek? Maken opdrachten 1 t/m 5 van paragraaf 1.3
pag. 22-24

Nog niet af? Huiswerk!


Slide 34 - Slide

Wat gaan we doen?
Goederen en diensten
Zelfvoorziening
Opdrachten maken

Slide 35 - Slide

Goederen en diensten
'Het maken van goederen
en het leveren van diensten.'

Slide 36 - Slide

Goederen
Verbruiksgoed=
Korte tijd verbruik
 je een goed

Gebruiksgoed= Langere tijd mee en gebruik je vaker

Slide 37 - Slide

Zelfvoorziening & consumeren
Zelfvoorziening

Wanneer je zelf in je behoeften voorziet
Consumeren

Wanneer je koopt om in je behoeften te voorzien

Slide 38 - Slide

Aan de slag!
Maak opdrachten 6 t/m 13 in je boek op pag. 22-24

Slide 39 - Slide